2014, Article / Letter to editor (BMC Medical Education, vol. 14, iss. 117, (2014))Background: Peer Assessment (PA) in health professions education encourages students to develop a critical attitude towards their own and their peers’ performance. We designed a PA task to assess students' clinical skills (including reasoning, communication, physical examination and treatment skills) in a role-play that simulated physical therapy (PT) practice. Students alternately performed in the role of PT, assessor, and patient. Oral face-to-face feedback was provided as well as written feedback and scores.This study aims to explore the impact of PA on the improvement of clinical performance of undergraduate PT students. Methods: The PA task was analyzed and decomposed into task elements. A qualitative approach was used to explore students' perceptions of the task and the task elements. Semi-structured interviews with second year students were conducted to explore the perceived impact of these task elements on performance improvement. Students were asked to select the elements perceived valuable, to rank them from highest to lowest learning value, and to motivate their choices. Interviews were transcribed verbatim and analyzed, using a phenomenographical approach and following template analysis guidelines. A quantitative approach was used to describe the ranking results. Results: Quantitative analyses showed that the perceived impact on learning varied widely. Performing the clinical task in the PT role, was assigned to the first place (1), followed by receiving expert feedback (2), and observing peer performance (3). Receiving peer feedback was not perceived the most powerful task element. Qualitative analyses resulted in three emerging themes: pre-performance, true-performance, and post-performance triggers for improvement. Each theme contained three categories: learning activities, outcomes, and conditions for learning. Intended learning activities were reported, such as transferring prior learning to a new application context and unintended learning activities, such as modelling a peer’s performance. Outcomes related to increased self-confidence, insight in performance standards and awareness of improvement areas. Conditions for learning referred to the quality of peer feedback. Conclusions: PA may be a powerful tool to improve clinical performance, although peer feedback is not perceived the most powerful element. Peer assessors in undergraduate PT education use idiosyncratic strategies to assess their peers’ performance.
2017, Article / Letter to editor (Journal of Social Intervention : Theory and Practice, vol. 26, iss. 2, (2017), pp. 4-26)Samenwerken met ervaringsdeskundigen neemt de laatste jaren, met name in de GGZ, een hoge vlucht. De positieve resultaten van de samenwerking met ervaringsdeskundigen in de GGZ hebben ertoe geleid dat er meer initiatieven komen in andere zorgsectoren, zo ook in de zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. Samenwerking met ervaringsdeskundigen met een verstandelijke beperking vraagt in de dagelijkse praktijk om een structurele ondersteuning in de werkomgeving van de ervaringsdeskundige. Binnen de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking wordt deze ondersteuning vaak geboden door betaalde en vrijwillige coaches op de werkplek. In dit onderzoek staat de vraag centraal wat coaches nodig hebben aan kennis, vaardigheden en houdingsaspecten om ervaringsdeskundigen met een verstandelijke beperking te kunnen ondersteunen en met hen samen te werken. Ook wordt aandacht besteed aan het tot zijn recht komen van de ervaringsdeskundige in de samenwerkingsrelatie; wat geeft de samenwerking nu eigenlijk betekenis voor alle partijen? Voor een antwoord op deze vragen is door middel van (groeps) interviews in eerste instantie het perspectief van ervaringsdeskundigen met een lichte verstandelijke beperking zelf betrokken, maar ook coaches, docenten en onderzoekers die samenwerken met ervaringsdeskundigen komen aan het woord. In de gangbare basisprincipes van coaching ligt een sterke nadruk op verantwoordelijkheid, zelfsturing en reflectie die een coach van de gecoachte vraagt. Dit onderzoek heeft aangetoond dat deze uitgangspunten niet voldoende tegemoet komen aan het specifieke van coachen van ervaringsdeskundigen met een lichte verstandelijke beperking.
2010, Article / Letter to editor (BMC Public Health, vol. 2010, iss. 10, (2010), pp. 353)Employees with a chronic disease often encounter problems at work because of their chronic disease. The current paper describes the development of a self-management programme based on the Chronic Disease Self-Management programme (CDSMP) of Stanford University to help employees with a chronic somatic disease cope with these problems at work. The objective of this article is to present the systematic development and content of this programme. The method of intervention mapping (Bartholomew 2006) was used to tailor the original CDSMP for employees with a chronic somatic disease. This paper describes the process of adjusting the CDSMP for this target group. A needs assessment has been carried out by a literature review and qualitative focus groups with employees with a chronic disease and involved health professionals. On the basis of the needs assessment, the relevant determinants of self-management behaviour at work have been identified for the target population and the objectives of the training have been formulated. Furthermore, techniques have been chosen to influence self-management and the determinants of behaviour and a programme plan has been developed.
2014, Article / Letter to editor (Clinical Rehabilitation, vol. 28, iss. 12, (2014))This study explores, based on the International Classification of Functioning, Disability and Health, the consequences of different operationalizations of participation in regression models predicting participation in one sample of patients.
2011, Part of book or chapter of book (, pp. 91-147)Het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie is een kerntaak voor paramedici en arboprofessionals. In sociaal opzicht is arbeidsparticipatie belangrijk omdat het bijdraagt aan zelfstandigheid en zelfrespect. Maar niet iedereen kan een baan vinden of houden. Bovendien zullen door de stijgende pensioenleeftijd meer werknemers te kampen krijgen met arbeidsbeperkingen. Hoe kunt u als paramedicus of arboprofessional uw clienten ondersteunen in het arbeidsparticipatieproces? Het antwoord op deze vraag vindt u in de tweede editie van Arbeid Gezondheid. De geactualiseerde denkmodellen en onderwerpen in dit handboek dienen als handvatten voor professionals om de arbeidsparticipatie van hun clienten te optimaliseren. Daarbij is kennis vanuit verschillende disciplines noodzakelijk. In de eerste editie lag de nadruk op interventie (preventie, behandeling en reïntegratie). Deze uitgebreide herziening bespreekt de rol van professionals in drie praktische contexten: (meer) aan het werk, aan het werk (blijven) en weer aan het werk. Daarvoor wordt in deel 1 het theoretische kader aangeboden. Deel 2 gaat vervolgens in op de praktische kant en geeft onder andere talloze tips, voorbeelden en nuttige adressen.
2011, Article / Letter to editor (Physiotherapy, vol. 97, iss. S1, (2011), pp. eS468-eS469)In the Netherlands educational programs exist to train physical therapists (PTs) to treat employees with work-related complaints of the movement system. Contrary to occupational physical therapists working in workplaces, these professional work mainly in primary healthcare. WPT2011 Research Report Abstratcs
2011, Article / Letter to editor (Quality of Life Research, vol. 4, iss. 20 (10), (2011), pp. 1617-1627)To examine to what extent the concept and the domains of participation as defined in the International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) are represented in general cancer-specific health-related quality of life (HRQOL) instruments. Using the ICF linking rules, two coders independently extracted the meaningful concepts of ten instruments and linked these to ICF codes. The proportion of concepts that could be linked to ICF codes ranged from 68 to 95%. Although all instruments contained concepts linked to Participation (Chapters d7-d9 of the classification of Activities and Participation), the instruments covered only a small part of all available ICF codes. The proportion of ICF codes in the instruments that were participation related ranged from 3 to 35%. Major life areas (d8) was the most frequently used Participation Chapter, with d850 remunerative employment as the most used ICF code. The number of participation-related ICF codes covered in the instruments is limited. General cancer-specific HRQOL instruments only assess social life of cancer patients to a limited degree. This studys information on the content of these instruments may guide researchers in selecting the appropriate instrument for a specific research purpose.
2014, Article / Letter to editor (Journal of Rehabilitation Medicine, vol. 46, iss. 8, (2014), pp. 761-767)Objectives: To compare the content of the Fatigue Severity Scale and the subscale "subjective experience of fatigue" of the Checklist Individual Strength, and (ii) to assess the reliability of both questionnaires in polio survivors. Design: Repeated-measures at a 3-week interval. Subjects: Consecutive series of 61 polio survivors. Methods: Concepts contained in the questionnaire items were linked to the International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF), using standardized linking rules. Reliability analyses included tests of internal consistency, test-retest reliability and measurement error. Results: Questionnaires differed in the extent to which they measured other than fatigue-related aspects of functioning (represented ICF components: "Body functions": 50% and 80%, "Activities and Participation": 30% and 0%, for the Fatigue Severity Scale and Checklist Individual Strength, respectively). Internal consistency and test-retest reliability were considered acceptable, while measurement error was large (Cronbachs a: 0.90 and 0.93, intraclass correlation coefficient: 0.80 and 0.85, smallest detectable change: 28.7% and 29.4% for the Fatigue Severity Scale and Checklist Individual Strength, respectively). Conclusion: Considering the acceptable clinimetric properties, we conclude that both the Fatigue Severity Scale and the Checklist Individual Strength can be applied in research on post-poliomyelitis syndrome when measuring fatigue. However, because the 2 questionnaires differ in content they cannot be used interchangeably.
2012, Article / Letter to editor (Wetenschappelijk Tijdschrift voor Ergotherapie, vol. 2012, iss. 2, (2012), pp. 33-46)De Constraint-Induced Movement Therapy (CIMT) is een behandelmethode in de neurorevalidatie die erop gericht is om het gHet primaire doel van deze literatuurstudie is te achterhalen of de CIMT en de modified-CIMT (mCIMT) valide en effectieve behandelmethoden zijn om de armen handfunctie van de paretische zijde in de subacute en chronische fase na een CVA te verbeteren. De secundaire doelen zijn het onderzoeken van de effecten van de CIMT en mCIMT op het verbeteren van de uitvoer van dagelijkse activiteiten en participatie.ebruik van de paretische arm en hand na een Cerebro Vasculair Accident (CVA) te verbeteren.
2012, Article / Letter to editor (Cahier meer met mensen, vol. 5, iss. 1, (2012), pp. 6-7)Algemeen wordt aangenomen dat een vitale werknemer beter presteert en minder vaak verzuimt. Dat betekent dat de werkgever een belang heeft bij de leefstijl van de werknemer. Hij kan die op twee manieren beïnvloeden: aan de ene kant door op het werk goede arbeidsomstandigheden te creëren en gezondheidsinitiatieven en -faciliteiten aan te bieden. En aan de andere kant door zich te bemoeien met het privéleven van de werknemer. Tot hoever mag de werkgever gaan? Cahier peilde de meningen van een aantal opinieleiders, actief op het gebied van werk en gezondheid.
2013, Part of book or chapter of book (, pp. 33-44)De aansluiting tussen het hoger beroepsonderwijs (HBO) en het werkveld is tot nu toe vooral vanuit de grote bedrijven bekeken. Maar hoe zit deze aansluiting met het middenen kleinbedrijf (MKB) waar de meeste afgestudeerde HBO’ers later gaan werken? Hierbij is op te merken dat de wensen van zowel het onderwijs als het werkveld niet goed op elkaar aansluiten. Door middel van literatuuronderzoek en een workshop met stakeholders is een checklist opgesteld waarmee deze relatie nader geanalyseerd kan worden, waardoor sneller en eenduidiger verbeteringsvoorstellen ontwikkeld kunnen worden.
2012, Article / Letter to editor (Journal of Rehabilitation Medicine, vol. 44, iss. 8, (2012), pp. 664-668)Chronic conditions can lead to considerable deterioration in functioning. Several condition-specific Core Sets, selections of categories from the International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF), have been developed to facilitate the rehabilitation process. Considering the increase in patients with more than one specific condition, we evaluated the impact of multimorbidity on functioning and the implications for the Core Set approach. Design: Internet survey. Multimorbidity seriously aggravates the already existing functioning problems of people with rheumatic disease. We recommend that in the ICF Core Set approach more emphasis is given to systematic empirical analysis of the impact of multimorbidity on functioning.
2014, Article / Letter to editor (Journal of Occupational Rehabilitation, vol. 24, iss. 1, (2014), pp. 52-67)Introduction A qualitative study was carried out to understand how people with a slow progressive adult type neuromuscular disease (NMD) perceive employment participation. Methods 16 paid employed persons with NMD were interviewed in open, in-depth interviews. Data were analyzed using the constant comparison method. Results Four themes were identified in the analyses: (1) Experiences regarding the meaning of work; (2) Solving problems oneself; (3) Reaching a turning point; and (4) Taking into account environmental aspects. Persons with NMD highlighted benefits of staying at work as well as the tension they felt how to shape decisions to handle progressive physical hindrances in job retention. This study shows how participants at work with NMD were challenged to keep up appearances at work and at home, the tension felt around when and if to disclose, the effect of their condition on colleagues and work reorganization challenges. Participants experienced that disclosure did not always make things better. With increasing disability participants’ focus shifted from the importance of assistive products towards considerate colleague, in particular superior’s willingness in supporting job retention.
2012, Part of book or chapter of book ()In dit boek kun je lezen dat er wel degelijk mogelijkheden zijn om langdurige zorg te verbeteren en te vernieuwen. Hoe enthousiasmeer je studenten, docenten en professionals in de zorg zich hiermee bezig te houden? Het lezen en bestuderen van dit boek zet aan tot een verdere verdieping. Dit boek kan gezien worden als het paradepaard op het gebied van inhoudelijke informatie over langdurige zorg. De auteurs zijn allen als professional direct betrokken bij dit thema. Langdurige zorg richt zich in het bijzonder op verpleegkundig specialisten, hbo verpleegkundigen en (andere) paramedici. In de verschillende hoofdstukken gaan de auteurs in op een aantal belangrijke onderwerpen. Aan de orde komen thema’s als epidemiologische en gezondheidseconomische vraagstukken, veroudering als ook items als ‘zelfmanagement’, de organisatie van de zorg, palliatieve zorg.
2014, Article / Letter to editor (Acta Oncologica, vol. 54, iss. 3, (2014), pp. 1-11)To capture the views of different health care providers involved in the treatment of patients with lymphoedema from various countries around the world on the functioning of lymphoedema patients and the factors influencing functioning of these patients using the international classification of functioning, disability and health (ICF). A worldwide e-mail survey with questions based on components of the ICF. In total, 142 health professionals from seven different health professions and 20 different countries answered the questions. The aspects of functioning that were named by the health professionals could be linked to 359 different ICF categories. Of these categories, 109 belonged to body functions (30.4%), 55 to body structures (15.3%), 121 to activities and participation (33.7%) and 74 to environmental factors (20.6%). Overall, the most mentioned items were health services, systems and policies, immunological system functions, looking after ones health, products and technology for personal use in daily life and dressing. The ICF provided a valuable reference for identifying concepts in statements from international health care professionals experienced in the treatment of lymphoedema patients. The results of this research will be used in the development of ICF core sets for lymphoedema.
2012, Article / Letter to editor (Archives of Physical Medicine and Rehabilitation, vol. 93, iss. 12, (2012), pp. 2276-2280)To explore consultation reports for patient and employment characteristics and recommendations on employment regarding patients with neuromuscular diseases (NMDs). Eighty percent of the included consultation reports contained information on employment. Less than half the patients with NMD were employed, most in office-related jobs, using some kind of adaptations. Nineteen of 20 patients who agreed to recommendations regarding therapy were adequately referred by occupational therapists and physical therapists for treatment of employment problems.
2010, Article / Letter to editor (Journal of Rehabilitation Medicine, vol. 42, iss. 1, (2010), pp. 60-65)To determine the number of employed people in a group of patients with neuromuscular diseases and in 3 separate subgroups (facioscapulo-humeral dystrophy, hereditary motor and sensory neuropathy, and myotonic dystrophy) to investigate any differences in employment status between the patient groups, and to identify factors related to employment status. A total of 591 patients with neuromuscular diseases participated in the study, 138 with facioscapulo-humeral dystrophy, 135 with hereditary motor and sensory neuropathy, and 318 with myotonic dystrophy. Self-report questionnaires, the Checklist Individual Strength (CIS) and the Short Form-36 (SF-36). Of the patients with neuromuscular diseases in the study, 56.7% were employed. Younger age, being male, and higher education contributed significantly to employment status of the neuromuscular diseases group and the hereditary motor and sensory neuropathy and myotonic dystrophy subgroups. Significant between-group differences for employed vs not employed subjects were present in the total neuromuscular diseases group on all subscales of the CIS and SF-36. Factors related to employment status differed for the 3 neuromuscular diseases subgroups. More than half of the patients with neuromuscular diseases were employed. Patients with facioscapulo-humeral dystrophy and patients with hereditary motor and sensory neuropathy were more often employed than patients with myotonic dystrophy. Between-group analyses for differences in baseline factors revealed 11 significant factors related to employment. Multivariate logistic analyses revealed 6 factors contributing to employment for the group of patients with neuromuscular diseases.
2009, Article / Letter to editor (Fysiotherapie en Ouderenzorg, vol. 23, iss. 3, (2009), pp. 19-30)Ergotherapie wordt in de eerstelijn steeds vaker geïndiceerd. Daarbij is erg belangrijk dat ook de hoeveelheid beschikbare evidence groeit. Dit artikel laat zien dat het dagelijks functioneren van patiënten met dementie verbetert en de draaglast van mantelzorgers neemt af ten gevolge van een gestructureerde aanpak. Bovendien blijkt dat deze verbeteringen behouden blijven na follow-up.
2015, Dissertation Werkgerelateerde musculoskeletale aandoeningen vormen een groot probleem en leiden vaak tot menselijk lijden, ziekteverzuim en een verminderde werkproductiviteit. Werkgerelateerde musculoskeletale aandoeningen zijn chronische musculoskeletale aandoeningen die veroorzaakt of verergerd worden door de arbeidsinhoud, (fysieke) arbeidsomstandigheden en/of werkgerela- teerde psychosociale factoren, ofschoon andere activiteiten zoals huishoudelijke taken of sport en persoonlijke factoren ook een rol kunnen spelen. Zelfmanagement wordt meer en meer gebruikt om de eigen-e!ectiviteit en het gezondheidsgedrag bij mensen met chronische aandoeningen te verbeteren.
2013, Article / Letter to editor (Journal of Occupational Rehabilitation, vol. 2013, iss. 23, (2013), pp. 189-199)Purpose: The objective of this study is to investigate the effect of a Self-Management Program for workers with a chronic disease. This program is based on the Chronic Disease Self-Management Program of Stanford University, modified for workers with a chronic somatic disease. Methods: In a randomized controlled trial, the effectiveness of a Self-Management Program was evaluated. Participants were randomly assigned to the experimental group (n = 57) and the control group (n = 47). The experimental group received an intervention, the control group received care as usual. Primary outcome measures were self-efficacy at work and the attitude towards self-management at work. Secondary outcomes were the SF-12 health survey questionnaire, job satisfaction and intention to change job. The results were measured at baseline, after the intervention and 8 months after the intervention. Results: The attitude towards self-management at work (enjoyment) improved after 8 months for the intervention group (p = 0.030). No other outcome variable differed significantly. As an interaction effect, it was found that low educated workers developed a better physical health quality (SF-12) in the intervention group compared with the control group. The attitude towards self-management at work (importance) improved in the intervention group for older and female workers and the attitude toward enjoying self-management at work improved for female workers only. Conclusion: The results show that low educated workers, older workers and women benefit significantly more from the training than higher educated workers, younger workers and men.
2015, Article / Letter to editor (Journal of Multidisciplinary Healthcare, vol. 2015, iss. 8, (2015), pp. 307-320)To develop a self-management program with an additional eHealth module, using the six steps of the intervention mapping (IM) protocol, to help employees with complaints of the arm, neck, and/or shoulder (CANS) cope with their problems. In Step 1 of the IM protocol, a needs assessment was performed consisting of a review of the Dutch multidisciplinary guidelines on CANS, and of focus group sessions with employees with CANS (n=15) and with relevant experts (n=17). After the needs assessment, the objectives of the intervention and the determinants of self-management at work were formulated (Step 2). Furthermore, theory-based intervention methods and practical strategies were selected (Step 3), and an intervention program (including the eHealth module) was developed (Step 4). Finally, plans for implementation and evaluation of the program were developed (Steps 5 and 6). Step 1 of the IM protocol revealed that employees with CANS should be stimulated to search for information about the cause of their complaints, about how to deal with their complaints, and in which manner they can influence their complaints themselves. In Step 2, the overall goal of the intervention was defined as "self-management behavior at work" with the aim to alleviate the perceived disability of the participants. Step 3 described how the intervention methods were translated into practical strategies, and goal setting was introduced as an important method for increasing self-efficacy. The product of Step 4 was the final program plan, consisting of 6-weekly group sessions of 2.5 hours each and an eHealth module. In Step 5, a recruitment plan and course materials were developed, a steering committee was set up, trainers were recruited, and the final program was tested. In Step 6, an evaluation plan was developed, which consists of a randomized controlled trial with a 12-month follow-up period and a qualitative evaluation (interviews) with some of the participants.
2012, Article / Letter to editor (Wetenschappelijk Tijdschrift voor Ergotherapie, vol. 5, iss. 4, (2012), pp. 53-58)De herziene ergotherapierichtlijn CVA (Cerebraal Vasculair Accident) is volop in ontwikkeling en wordt in maart 2013 gepresenteerd. De herziene richtlijn is vanzelfsprekend nóg meer evidence-based, cliëntgecentreerd, op het handelen gericht en in de context gesitueerd. Deze column heeft een informatief karakter en geeft een voorproefje van de vernieuwingen die in de herziene ergotherapierichtlijn CVA worden opgenomen. Deze herzieningen sluiten aan bij de Zorgstandaard CVA/TIA die in november 2012 gepresenteerd is aan het werkveld (1). In de zorgstandaard wordt beschreven wat zorgverleners, cliënten en familie mogen verwachten van de zorg aan CVA-cliënten in alle fases van zorg na het CVA en dit is gebaseerd op de wensen en verwachtingen van cliënten en hun naasten. Ontwikkelingen waar de ergotherapierichtlijn CVA naadloos bij aansluit zijn de wens dat zorg goed aansluit op het functioneren thuis en het hebben van meer regie door cliënten en naasten tijdens het zorgproces.
2011, Article / Letter to editor (Tijdschrift voor Gezondheidswetenschap, vol. 2011, iss. 89, (2011), pp. 114-121)Overgewicht is momenteel het snelst groeiende volksgezondheidsprobleem in Nederland. Uit eerder onderzoek blijkt dat werknemers met overgewicht twee maal zo vaak verzuimen en minder productief zijn dan collegas zonder overgewicht. Om overgewicht bij werknemers aan te pakken, of liever nog te voorkómen, is van belang om te weten hoe leidinggevenden, medewerkers en professionals aankijken tegen het bespreekbaar maken en aanpakken van overgewicht en eventuele andere leefstijlfactoren op de werkplek. Het in dit artikel beschreven onderzoek richt zich op de verantwoordelijkheden en mogelijkheden van werkgever en werknemer rondom de preventie van overgewicht. Methoden: Met leidinggevenden en werknemers van een groot ziekenhuis, diëtisten, bedrijfsartsen en arbeidsdeskundigen werden semigestructureerde interviews gehouden om te inventariseren hoe men denkt over ‘het bespreken van leefstijl op de werkplek’, met name van overgewicht. Resultaten: Om de onderzoeksvraag te beantwoorden is een schema ontworpen met de belangrijkste uitspraken uit de interviews met de genoemde groepen. Er bleek een redelijke consensus over het feit dat de leidinggevende werknemers mag aanspreken op hun leefstijl. Een faciliterende en motiverende aanpak is dan aan te bevelen, dwang wordt afgeraden. Geadviseerd wordt om behalve aan overgewicht en obesitas ook aandacht te besteden aan andere leefstijlaspecten en aan de balans tussen werk en privé. Conclusie: Er is zeker een draagvlak om ‘op de werkvloer’ aandacht te besteden aan een gezonde leefstijl. Leidinggevenden moeten bijvoorbeeld door training geholpen worden om hun rol hierbij vorm te geven. Het bespreekbaar maken van leefstijlthemas wordt als lastig ervaren. Voorlopig is een optie hier een onafhankelijke leefstijlcoach of diëtist voor in te schakelen.
2012, Article / Letter to editor (Knee Surgery, Sports Traumatology, Arthroscopy, vol. 21, iss. 4, (2012), pp. 869-879)The purpose of this systematic review was to identify the measurements that are used in clinical practice to assess the quantity and quality of functional performance in men and women more than 2 years after ACL reconstruction with bone patellar-tendon bone (BPTB) or semitendinosus/gracilis (STG) graft. Measurement of functional performance more than 2 years after ACL reconstruction consists of concentric or isometric strength, the single-leg hop for distance or a combination. The Limb Symmetry Index is used as the main outcome parameter to compare the involved leg with the uninvolved. In all studies the results of men and woman are combined. Based on our findings and previous studies that discussed additional important parameters a more extensive test battery to assess functional performance is suggested.
2011, Book (monograph) Het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie is een kerntaak voor paramedici en arboprofessionals. In sociaal opzicht is arbeidsparticipatie belangrijk omdat het bijdraagt aan zelfstandigheid en zelfrespect. Maar niet iedereen kan een baan vinden of houden. Bovendien zullen door de stijgende pensioenleeftijd meer werknemers te kampen krijgen met arbeidsbeperkingen. Hoe kunt u als paramedicus of arboprofessional uw clienten ondersteunen in het arbeidsparticipatieproces? Het antwoord op deze vraag vindt u in de tweede editie van Arbeid Gezondheid. De geactualiseerde denkmodellen en onderwerpen in dit handboek dienen als handvatten voor professionals om de arbeidsparticipatie van hun clienten te optimaliseren. Daarbij is kennis vanuit verschillende disciplines noodzakelijk. In de eerste editie lag de nadruk op interventie (preventie, behandeling en reïntegratie). Deze uitgebreide herziening bespreekt de rol van professionals in drie praktische contexten: (meer) aan het werk, aan het werk (blijven) en weer aan het werk. Daarvoor wordt in deel 1 het theoretische kader aangeboden. Deel 2 gaat vervolgens in op de praktische kant en geeft onder andere talloze tips, voorbeelden en nuttige adressen.
2011, Book (monograph) Het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie is een kerntaak voor paramedici en arboprofessionals. In sociaal opzicht is arbeidsparticipatie belangrijk omdat het bijdraagt aan zelfstandigheid en zelfrespect. Maar niet iedereen kan een baan vinden of houden. Bovendien zullen door de stijgende pensioenleeftijd meer werknemers te kampen krijgen met arbeidsbeperkingen. Hoe kunt u als paramedicus of arboprofessional uw cliënten ondersteunen in het arbeidsparticipatieproces? Het antwoord op deze vraag vindt u in de tweede editie van Arbeid & Gezondheid. De geactualiseerde denkmodellen en onderwerpen in dit handboek dienen als handvatten voor professionals om de arbeidsparticipatie van hun cliënten te optimaliseren. Daarbij is kennis vanuit verschillende disciplines noodzakelijk. In de eerste editie lag de nadruk op interventie (preventie, behandeling en reïntegratie). Deze uitgebreide herziening bespreekt de rol van professionals in drie praktische contexten: (meer) aan het werk, aan het werk (blijven) en weer aan het werk. Daarvoor wordt in deel 1 het theoretische kader aangeboden. Deel 2 gaat vervolgens in op de praktische kant en geeft onder andere talloze tips, voorbeelden en nuttige adressen.