2021, Article / Letter to editor (British Journal of Social Work, vol. 00, (2021), pp. 1-27)Empowerment is seen as an important thinking and working framework for social
work. Ideally, it is possible to measure the empowering effects of social work.
However, various factors complicate measuring empowerment, making it a difficult
exercise. In past decades many instruments for measuring empowerment have been
developed and there are many variations in the way these instruments have been developed. The aim of this review is to provide a comprehensive overview of the available instruments, scales or questionnaires that intent to measure the empowerment
of users of social work in different contexts of social work, by means of a scoping review. A total of 2,711 studies were screened, resulting in 49 unique instruments for
measuring empowerment in contexts related to social work. The results show that the
found instruments are almost exclusively Patient-Reported Outcome Scales. Whilst
many instruments measure individual empowerment, only a few measure community
empowerment. The results also show that there are many variations in which instruments operationalise empowerment. This overview provides social work organisations
and its researchers an overview of measuring tools necessary to measure the effects
of their efforts, allowing them to build on what is available.
2021, Part of book or chapter of book (Alderliesten, J.; Repetur, L.; Ham, M. (ed.), Hoopvol en Kwetsbaar. Omzien naar elkaar in tijden van Corona, pp. 43-47)
2021, Part of book or chapter of book (Alderliesten, J.; Repetur, L.; Ham, M. (ed.), Hoopvol en Kwetsbaar. Omzien naar elkaar in tijden van Corona, pp. 5-8)
2021, Part of book or chapter of book (Alderliesten, J.; Repetur, L.; Ham, M. (ed.), Hoopvol en Kwetsbaar. Omzien naar elkaar in tijden van Corona, pp. 9-16)
2021, Part of book or chapter of book (Brabander, R. de; Kaulingfreks, F.; Ham, M. (ed.), Sociaal Weerwerk. Maatschappelijke betrokkenheid in zorg en welzijn, pp. 119-136)
2020, Article / Letter to editor (Sociale Vraagstukken, (2020))Waarom is een sociale basis belangrijk? Welke waarden zijn richtinggevend voor de sociale basis?
Voor ons is het antwoord op die vragen gelegen in de theorie van sociale kwaliteit. Voordat we ons
druk maken over het wat en het hoe van de sociale basis, is het wat ons betreft zaak om te zorgen
voor een fundament onder die sociale basis. Een fundament om te begrijpen wat de betekenis is van
die sociale basis in de levens van mensen. Als we dit fundament optrekken vanuit de theorie van
sociale kwaliteit volgen concrete aanknopingspunten voor hoe te handelen, wat te doen en wat en
hoe te monitoren.
2019, Article / Letter to editor (Journal of Social Intervention : Theory and Practice, vol. 28, iss. 4, (2019), pp. 24-48)SAMENVATTING
Empowerment is een centraal begrip binnen het sociaal werk in Nederland en Vlaanderen. Er is behoefte aan meetinstrumenten die de empowerende effecten van hulpaanbod blootleggen. De wijze waarop meetinstrumenten ontwikkeld worden, lijkt echter invloed te hebben op de kwaliteit van de instrumenten (Steenssens, Van Regenmortel & Schalk, 2017). Een vijftal kwaliteitsstandaarden is ontwikkeld, waarmee uitspraken gedaan kunnen worden over de kwaliteit van de totstandkoming van dergelijke meetinstrumenten. Om zicht te krijgen op de waarde
van deze kwaliteitsstandaarden wordt in dit artikel de wijze waarop een drietal empowerment meetinstrumenten ontwikkeld zijn, kritisch beschouwd vanuit deze standaarden. Dit is gedaan door semigestructureerde interviews met ontwikkelaars te combineren met analyses van bestaand materiaal over de instrumenten. De kwaliteitsstandaarden blijken een kader te bieden met richtlijnen voor instrumentontwikkeling. Het blijkt van belang om goed af te bakenen wat gemeten
wordt, zodat een volledig beeld van empowerment verkregen wordt. Verder is goede afstemming tussen contextspecifieke elementen en meer generieke elementen in itemopbouw nodig en is betrokkenheid van de doelgroep bij instrumentontwikkeling noodzakelijk.
SUMMARY
Empowerment is a central concept within social work in the Netherlands and Flanders. Both citizens, professionals and politics require measuring instruments that expose the empowering effect of social interventions. There are various measuring instruments that aim to measure different levels of empowerment. The way in which measuring instruments are developed, however, seems to affect the quality of the instrument. Important is the way in which an instrument is based on the theoretical framework; the extent to which the target group is involved in the development of an instrument; the extent to which the definition of the concept of empowerment is aligned with the perception of the target group. To this end and with this in mind, five quality standards have been developed in Flanders, and tested in the context of organization empowerment and in the context of social work, with which statements can be made about the value of the creation of a measuring tool for empowerment. These relate to the scope of the instrument, the context specificity of the instrument, the extent to which the target group is involved in the development, the extent to which the target group is involved in the use of the instrument and the extent to which the instrument distinguishes processes and outcomes of empowerment. In this article, the way in which a number of measurement tools of empowerment have been developed is critically considered and evaluated based on these quality standards, in order to gain insight into the value of these quality standards as a framework for developing instruments. The last standard, concerning processes and outcomes is not taking into account, due to the limited research design and the limited time frame of this study.
The development of three validated measuring instruments that are used in social work, have been studied by combining semi-structured interviews with the developers with existing material about the instruments. The five quality standards formed the starting point for the questions to the developers, looking for similarities and deviations between the development of their instrument and the standards.
The quality standards offer a quality framework and provide insight into the development possibilities of measuring instruments. One conclusion confirms the importance of a good definition of what is measured so that a complete picture of empowerment can be acquired. It became apparent that a tension arises when developers deviate from the theoretical framework of empowerment in determining which items should be included and only the perception of the target group was a determining factor, even though the perception of the target group is crucial for the creation of a fitting instrument. Related to this, the target group of an instrument can, in addition to the clients of social workers, also be defined as the social workers themselves. They represent the professional perspective of empowerment in the lives of their clients. Furthermore, a good match between context-specific elements and more generic elements in item building seems promising. The extent to which the target group is involved in the use of the instrument and in the processing of the data depends on the organizations that use the instrument, the developers state that they have no influence on this. While using the various instruments, social workers found out that the measurements of empowerment, in addition to the numerical value, also form a relevant and practical ‘conversation tool’ for social workers, with which they discuss possibilities and limitations with their clients
Keywords: Sociaal werk, empowerment, meetinstrumenten, kwaliteitsstandaarden, contextspecificiteit, reikwijdte, doelgroepparticipatie.
2018, Article / Letter to editor (Journal of Social Intervention : Theory and Practice, vol. 27, iss. 1, (2018), pp. 4-23)In zorg, welzijn en onderwijs hebben zich in de afgelopen jaren transities voorgedaan die van invloed zijn op jongeren die ondersteuning behoeven bij het succesvol doorlopen van hun schoolloopbaan en/of het vinden van passende arbeid. Waar deze jongeren eerst op speciale scholen en in beschermde werkomgevingen te vinden waren, worden zij nu geacht regulier onderwijs te volgen en de reguliere arbeidsmarkt te betreden. Hoe ervaren deze jongeren zelf de ondersteuning die ze ontvangen en wat verwachten zij van hun toekomst?
2018, Part of book or chapter of book (, pp. 67-84)Om de vraag te beantwoorden wat de capabilitybenadering het sociale domein te bieden heeft, kijken we naar de bruikbaarheid van de capabilitybenadering voor het brede werkveld van welzijn, samenleven en zorg. Aandachtsgebieden van de capabilitybenadering die bruikbaar zijn voor het werkveld zijn: (1) sterke relatie tussen individu en omgeving; (2) integrale benadering van menselijk functioneren; (3) nadruk op keuzemogelijkheden; en (4) de aandacht voor structurele patronen van sociale ongelijkheid. We bekijken het ook andersom: sociaalwerkpraktijken sluiten op verschillende manieren aan bij de capabilitybenadering. Zij proberen positieve vrijheid van individuen te faciliteren, werken aan thema’s als armoede, ongelijkheid en eenzaamheid, en maken veel gebruik van krachtgerichte benaderingen. Daarin staat het sociaal werk echter niet alleen. Het conceptueel kader dat de capabilitybenadering het sociale domein biedt staat een kritische blik toe op sociaal werk als middel naast andere disciplines waarin individuele kwaliteit van leven centraal staat.
2017, Article in monograph or in proceedings (European Conference for Social Work Research, pp. 144-145)In this paper we briefly introduce the Capability Approach (CA) and focus on its opportunities for social work practice and research. As the CA is purposively underspecified, we provide theoretical handles for operationalization by pointing to four topics particularly relevant to social work theory: 1) conversion factors; 2) clustering of capabilities and/or functionings; 3) adaptive preferences; 4) negation of human diversity. In order to spark practical dialogue between the multifarious perspectives on social arrangements we propose a conceptual framework for evaluating interventions and arrangements. This framework aids to construct an integral account of direct and indirect versus intended and unintended consequences of the intervention or arrangement. As such it provides promising first steps towards a practical operationalization of capability theory in social work and social work research.
2017, Part of book or chapter of book (Sociale innovatie in de praktijk, pp. 135-150)Sociale innovatie gaat om de bundeling van menskracht met als doel uiteenlopende maatschappelijke kwesties aan te pakken. Sociale innovatie heeft betrekking op nieuwe arrangementen van burgers, overheden en/of bedrijven die maatschappelijke energie opwekken om bijvoorbeeld armoede of sociale ongelijkheid tegen te gaan, arbeidsparticipatie te bevorderen of alternatieve initiatieven te ondersteunen. Het gaat daarbij om het scheppen van publieke meerwaarde. De verwachtingen over sociale innovatie als oplossing voor hedendaagse maatschappelijke problemen zijn vaak hooggespannen. In Sociale innovatie in de praktijk vragen auteurs zich af of en in hoeverre deze verwachtingen in de praktijk worden waargemaakt. Wat wordt onder sociale innovatie verstaan? Hoe werkt ze en wat is de praktische betekenis ervan? Vragen als deze worden van diverse, en soms ook ontnuchterende, antwoorden voorzien.
2017, Article in monograph or in proceedings (Challenges in social work research – conflicts, barriers and possibilities in relation to social work., pp. 144-145)
2012, Article / Letter to editor (Kritiek, vol. 2012, iss. 5, (2012), pp. 10-11)Het Erasmus MC, Kennemer Gasthuis en Ziekenhuis Gelderse Vallei werken samen met het Lectoraat Acute Intensieve Zorg (LAIZ) van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen aan het verbeteren van de zorg voor familie en andere naasten op de intensive care (IC). Daarnaast ontwikkelen zij gezamenlijk een Consumer Quality Index (CQI) om de ervaringen van naasten met deze zorg te meten.
2011, Book (monograph) In de verschillende sociaal-agogische opleidingen verdiepen studenten zich in kennis en inzichten uit verschillende wetenschapsgebieden en praktijkervaringen. Langzamerhand bouwen zij een kennisbasis op die de grondslag vormt voor hun handelen. Niet alle studenten vinden het leren van kennis vanzelfsprekend, gemakkelijk of leuk om te doen. Dit boek geeft handreikingen om beter te begrijpen wat de relevantie is van een kennisbasis in het sociaalagogisch werk en hoe je deze kennisbasis opbouwt en onderhoudt.
2010, Book (monograph) In de zorg- en hulpverlening ervaren professionals, patiënten/cliënten en naasten zo nu en dan gevoelens van machteloosheid of macht. Wanneer je je machtig of machteloos voelt, handel je daar naar. Bij het gevoel van machteloosheid om de juiste zorg te kunnen geven of ontvangen, of je macht te gebruiken spelen vaak normen en waarden mee die impliciet blijven, maar wel het handelen beïnvloeden. De auteurs beschrijven in dit boekje een casus en bespreken situaties hieruit van (on)macht vanuit de professional, patiënt/ cliënt en de naasten. Zij gebruiken een aangepaste versie van het model van Graste (2003) om na te gaan hoe patiënt/cliënt, zorgverlener en naaste met deze situaties omgingen, waardoor zij zich lieten leiden en hoe zij er mee om hadden kunnen gaan.
2010, Book (monograph) Een ernstig ongeval heeft een ontwrichtende werking op het leven van de patiënt en diens naasten. In het ziekenhuis is de zorg primair somatisch georiënteerd, maar aandacht voor de psychische, sociale en materiële gevolgen is eveneens nodig. Naast de mensen uit het eigen sociaal netwerk spelen diverse professionals in deze psychosociale zorg een rol zoals artsen, verpleegkundigen en geestelijk verzorgers. Voor medisch maatschappelijk werkers is dit de kern van hun werk. De steun van naasten vormt een belangrijke factor in het herstel van de patiënt. Humane zorg betekent erkenning voor die naasten, voor hun ervaringen en beleving. Lisbeth Verharen onderzocht wat naasten in deze situatie nodig hebben, wat maatschappelijk werkers daarin te bieden hebben en wat deze hulp de naasten oplevert.
2009, Part of book or chapter of book (Psychosociale hulpverlening voor naasten van traumapatiënten, pp. 37-55)Om te kunnen bepalen of de hulpverlening van maatschappelijk werk aan naasten van traumapatiënten aansluit bij hun behoeften is inzicht in deze behoeften nodig. Er is niet eerder onderzoek gedaan naar de behoeften van deze specifieke groep, maar er is wel veel bekend over de behoeften van naasten van patiënten die zijn opgenomen op de intensive care (Verhaeghe e.a., 2005a; Bijttebier e.a., 2000; Kaljouw, 1998; Davis-Martin, 1994; Leske, 1986; Daley, 1984). Daarbij werd meestal gebruik gemaakt van vragenlijsten die gebaseerd zijn op Molter΄s (1979) Critical Care Family Needs Inventory (CCFNI). Deze is vanuit een verplegingswetenschappelijk perspectief ontwikkeld. De vragen richten zich op de omstandigheden in het ziekenhuis (informatie, ondersteuning en toegankelijkheid). De categorie ondersteuning beperkt zich tot emotionele ondersteuning (psychisch). Er zijn geen items opgenomen die behoeften meten voortvloeiend uit sociale en maatschappelijke gevolgen van de opname.