2011, Article / Letter to editor (Vakblad V&VN Ambulancezorg, vol. 2011, iss. 1, (2011), pp. 28-30)De huidige protocollen voor acute zorg zijn aan herziening toe. Ze zijn niet ontwikkeld volgens de algemeen geaccepteerde evidence based richtlijn ontwikkeling (EBRO) methode, ze bevatten geen proces - en uitkomstindicatoren en ze zijn niet ontwikkeld met het oog op de keten Ambulancezorg, SEH en HAP. Ook ontbreekt een planmatige invoering en gebruiksevaluatie. Het doel van dit project is Inzicht te krijgen in de mate waarin zorgverleners de huidige protocollen bij acute zorg (LPSEH, LPA) opvolgen en in de factoren die dit beïnvloeden; overeenkomsten vaststellen tussen LPA, LPSEH en standaarden voor acute zorg van HAP en op grond hiervan ontwerpen van drie ketenbrede protocollen voor acute zorg (voor ambulance en SEH, waarbij aansluiting wordt gezocht bij de standaarden van de HAP). Dit resulteert in drie Ketenbrede Landelijke Protocollen Spoedzorg met proces- en uitkomst indicatoren en gerichte implementatiestrategie. Het project Ketenbrede Landelijke Protocollen Spoedzorg (KLPS-project) liep van juni 2009 tot en met februari 2012 en is uitgevoerd door het Lectoraat Acute Intensieve Zorg van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Het KLPS-project bestond uit twee fases met verschil-lende doelstellingen en eindproducten.
2011, Book (monograph) Dit boek is een gids voor pijnbestrijding bij trauma patiënten. Verpleegkundigen in de ambulancezorg en op de spoedeisende hulp werken dagelijks met deze patiënten. De praktijkgids bundelt de wetenschappelijke kennis uit een richtlijn en promotieonderzoek op een toegankelijke manier. Helder geordend en compact geschreven behandelt deze gids alle aspecten van de zorg voor pijn bij trauma: wat is pijn, hoe kun je pijn meten en bestrijden en tot slot hoe kun je de pijnbestrijding in de spoedzorg goed organiseren? De informatie is geïllustreerd met casuïstiek en uitspraken van patiënten, verpleegkundigen en artsen. Ook is een stroomschema voor farmacologische pijnbehandeling toegevoegd. Aan het eind van de hoofdstukken zijn de aanbevelingen voor de praktijk in een kader samengevat.
2011, Article in monograph or in proceedings (European federation of Critical Care Nursing associations (EfCCNa))Which factors influence paramedics’ and emergency nurses’ adherence to the acute care national protocols?
2011, Article / Letter to editor (International Journal of Nursing Studies, vol. 48, iss. 9, (2011), pp. 1040-1048)Patient care guidelines are usually implemented one at a time, yet patients are at risk for multiple, often preventable, adverse events simultaneously. This study aimed to test the effect of the SAFE or SORRY? programme on the incidence of three adverse events (pressure ulcers, urinary tract infections and falls). This paper describes Part I of the study: the effect on the incidence of adverse events. A cluster randomised trial was conducted between September 2006 and November 2008. After a three-month baseline period the intervention was implemented followed by a nine-month follow-up period. Ten wards from four hospitals and ten wards from six nursing homes were stratified for institute and ward type and then randomised to intervention or usual care group.
2010, Article / Letter to editor (Triage, vol. 2010, iss. 2, (2010), pp. 13-17)De huidige protocollen voor acute zorg zijn aan herziening toe. Ze zijn niet ontwikkeld volgens de algemeen geaccepteerde evidence based richtlijn ontwikkeling (EBRO) methode, ze bevatten geen proces - en uitkomstindicatoren en ze zijn niet ontwikkeld met het oog op de keten Ambulancezorg, SEH en HAP. Ook ontbreekt een planmatige invoering en gebruiksevaluatie. Het doel van dit project is Inzicht te krijgen in de mate waarin zorgverleners de huidige protocollen bij acute zorg (LPSEH, LPA) opvolgen en in de factoren die dit beïnvloeden; overeenkomsten vaststellen tussen LPA, LPSEH en standaarden voor acute zorg van HAP en op grond hiervan ontwerpen van drie ketenbrede protocollen voor acute zorg (voor ambulance en SEH, waarbij aansluiting wordt gezocht bij de standaarden van de HAP). Dit resulteert in drie Ketenbrede Landelijke Protocollen Spoedzorg met proces- en uitkomst indicatoren en gerichte implementatiestrategie. Het project Ketenbrede Landelijke Protocollen Spoedzorg (KLPS-project) liep van juni 2009 tot en met februari 2012 en is uitgevoerd door het Lectoraat Acute Intensieve Zorg van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Het KLPS-project bestond uit twee fases met verschil-lende doelstellingen en eindproducten
2010, Article / Letter to editor (International Journal of Nursing Studies, vol. 47, iss. 9, (2010), pp. 1117-1125)Background: Patients in hospitals and nursing homes are at risk for the development of often preventable adverse events. Guidelines for the prevention of many types of adverse events are available, however compliance with these guidelines appears to be lacking. As a result many patients do not receive appropriate care. We developed a patient safety program that allows organisations to implement multiple guidelines simultaneously and therefore facilitates guideline use to improve patient safety. This program was developed for three frequently occurring nursing care related adverse events: pressure ulcers, urinary tract infections and falls. For the implementation of this program we developed educational activities for nurses as a main implementation strategy. Objectives: The aim of this study is to describe the effect of interactive and tailored education on the knowledge levels of nurses. Design: A cluster randomised trial was conducted between September 2006 and July 2008. Settings: Ten hospital wards and ten nursing home wards participated in this study. Prior to baseline, randomisation of the wards to an intervention or control group was stratified for centre and type of ward. Participants: All nurses from participating wards. Methods: A knowledge test measured nurses' knowledge on the prevention of pressure ulcers, urinary tract infections and falls, during baseline en follow-up. The results were analysed for hospitals and nursing homes separately. Results: After correction for baseline, the mean difference between the intervention and the control group on hospital nurses' knowledge on the prevention of the three adverse events was 0.19 points on a zero to ten scale (95% Cl: -0.03 to 0.42), in favour of the intervention group. There was a statistically significant effect on knowledge of pressure ulcers, with an improved mean mark of 0.45 points (95% Cl: 0.10-0.81). For the other two topics there was no statistically significant effect. Nursing home nurses' knowledge did neither improve (0 points, Cl: -0.35 to 0.35) overall, nor for the separate subjects. Conclusion: The educational intervention improved hospital nurses' knowledge on the prevention of pressure ulcers only. More research on long term improvement of knowledge is needed.
2010, Book (monograph) In de zorg- en hulpverlening ervaren professionals, patiënten/cliënten en naasten zo nu en dan gevoelens van machteloosheid of macht. Wanneer je je machtig of machteloos voelt, handel je daar naar. Bij het gevoel van machteloosheid om de juiste zorg te kunnen geven of ontvangen, of je macht te gebruiken spelen vaak normen en waarden mee die impliciet blijven, maar wel het handelen beïnvloeden. De auteurs beschrijven in dit boekje een casus en bespreken situaties hieruit van (on)macht vanuit de professional, patiënt/ cliënt en de naasten. Zij gebruiken een aangepaste versie van het model van Graste (2003) om na te gaan hoe patiënt/cliënt, zorgverlener en naaste met deze situaties omgingen, waardoor zij zich lieten leiden en hoe zij er mee om hadden kunnen gaan.