2012, Part of book or chapter of book (, pp. 104-112)Dementie is een verzamelnaam voor verschillende hersenziekten, die gekenmerkt worden door stoornissen in cognitie, stemming en gedrag (1). Dementie heeft daarmee verregaande consequenties voor de kwaliteit van leven van de persoon met dementie en zijn of haar omgeving. Met de toenemende vergrijzing in Nederland groeit ook het aantal mensen met dementie in hoog tempo. Er zijn nu al meer dan 200.000 mensen met dementie en verwacht wordt dat dit aantal in 2050 gestegen is tot 500.000 (2). De meeste mensen met dementie worden thuis verzorgd. Wanneer dat echter niet meer mogelijk is - meestal vanwege uitputting van de mantelzorger, volgt een opname in een verpleeghuis. In Nederland zijn momenteel zo’n 350 verpleeghuizen. Dat zijn er bij lange na niet genoeg om de komende decennia alle mensen met dementie een plaats te kunnen bieden. De Gezondheidsraad heeft berekend dat er tot 2050 elk jaar zes verpleeghuizen moeten worden gebouwd om deze toename het hoofd te kunnen bieden (2).
2010, Article / Letter to editor (Journal of Social Intervention : Theory and Practice, vol. 19, iss. 4, (2010), pp. 123-128)Hoe goed slaagt de intersectorale zorg voor jeugd er in om het gewone leven van cliënten te helpen herstellen? Om de motor van de positieve ontwikkeling weer op gang te helpen brengen in het leven van ouders en jeugdigen (0–23) die om hulp vragen, omdat ze ontwikkelings- en opvoedingsbelemmeringen ervaren? En welke factoren dragen daartoe bij? Het antwoord op die vraag moet zijn dat die factoren samen een even grote als bonte familie vormen, waarvan we sommige leden eigenlijk nog moeten leren kennen. De komende jaren wordt daarom grote inzet gevraagd van alle partijen die een rol spelen in de jeugdzorg, om meer zicht te krijgen op de hele werkzame factoren-familie, en zo door aandacht voor diversiteit de effectiviteit van de zorg voor jeugd te vergroten. Ieder zal daarvoor uit zijn of haar comfort zone moeten komen. Dat geldt voor professionals, maar net zo voor instellingen, koepels, opleidingen, financiers, onderzoekers en beleidsmakers.
2012, Part of book or chapter of book (, pp. 69-80)Deze bijdrage geeft een korte tussenstand van een promotieonderzoek naar veldwerk aardrijkskunde in het vmbo. Na een beknopte bespreking van belangrijke literatuur over veldwerk worden enkele resultaten van een vragenlijst over veldwerk onder aardrijkskundedocenten gepresenteerd. De focus ligt echter op een van de eerste stappen van een ontwerponderzoek waarbij samen met vmbo docenten aardrijkskunde getracht is veldwerk zo op te zetten dat er meer diepgang in het leren van leerlingen plaats vindt.
2014, Article / Letter to editor (Tijdschrift voor Lerarenopleiders, vol. 35, iss. 1, (2014), pp. 71-84)Praktijkgericht onderzoek uitgevoerd door leraren en docenten speelt een steeds belangrijkere rol binnen het onderwijs, onder andere als instrument voor professionele ontwikkeling en onderwijsontwikkeling. De verwachting is dat het leren doen van praktijkgericht onderzoek ervoor kan zorgen dat leraren en docenten onderzoek kunnen inzetten als professionele leerstrategie in hun dagelijkse praktijk om te blijven leren en als basis voor hun handelen in de klas. Er zijn echter aanwijzingen dat het leraren en docenten niet lukt om dat wat ze geleerd hebben over onderzoek doen vanzelfsprekend in te zetten in hun dagelijkse praktijk. In deze studie hebben we onderzocht wat onderzoekend handelen in de praktijk van leraren en docenten zou kunnen zijn en hoe praktijkgerichte onderzoeksprojecten een bijdrage kunnen leveren aan dit onderzoekend handelen in het onderwijs. De belangrijkste uitkomst is dat specifieke aandacht voor dagelijks onderzoekend handelen tijdens professionalisering- en opleidingstrajecten van belang is voor leraren en docenten om praktijkonderzoek bewust in te kunnen zetten als strategie in hun dagelijks handelen.
2016, Article / Letter to editor (Opleiding en Ontwikkeling, vol. 2016, iss. 1, (2016), pp. 18-21)Je hebt complexe IT-systemen nodig om alle big data te analyseren.’ ‘Learning analytics is alleen interessant voor grote, internationale organisaties.’ De realiteit? Doorgaans kun je direct al beginnen, door je nieuwsgierigheid te volgen en te werken met gegevens die al voorhanden zijn
2016, Article / Letter to editor (O&O - Opleiding en ontwikkeling, vol. 2016, iss. 2, (2016), pp. 12-16)In de reeks Online leren en werken belichten we de wijze waarop de leerpraktijk van professionals verandert door sociaal technologische invloeden. Een van die veranderingen is leren in verbinding met anderen. Een MOOC is een leerinterventie die dit type leren expliciet ondersteunt.
2016, Article / Letter to editor (JMIR Research Protocols, vol. 5, iss. 1, (2016))Background: The care for children with a chronic kidney disease (CKD) is complex. Parents of these children may experience high levels of stress in managing their child's disease, potentially leading to negative effects on their child's health outcomes. Although the experienced problems are well known, adequate (online) support for these parents is lacking. Objective: The objective of the study is to describe the systematic development of an online support program for parents of children with CKD, and how this program will be evaluated. Methods: Intervention Mapping (IM) was used for the development of the program. After conducting a needs assessment, defining program objectives, searching for theories, and selecting practical applications, the online program e-Powered Parents was developed. e-Powered Parents consist of three parts: (1) an informative part with information about CKD and treatments, (2) an interactive part where parents can communicate with other parents and health care professionals by chat, private messages, and a forum, and (3) a training platform consisting of four modules: Managing stress, Setting limits, Communication, and Coping with emotions. In a feasibility study, the potential effectiveness and effect size of e-Powered Parents will be evaluated using an explorative randomized controlled trial with parents of 120 families. The outcomes will be the child's quality of life, parental stress and fatigue, self-efficacy in the communication with health care professionals, and family management. A process evaluation will provide insight in parents' experiences, including their experienced level of support. Results: Study results are expected to be published in the summer of 2016. Conclusions: Although the development of e-Powered Parents using IM was time-consuming, IM has been a useful protocol. IM provided us with a systematic framework for structuring the development process. The participatory planning group was valuable as well; knowledge, experiences, and visions were shared, ensuring us that parents and health care professionals support the program.
2016, Article / Letter to editor (iss. 4, (2016), pp. 10-13)De opleiding Bedrijfskunde van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) is vorig jaar gestart met het innovatieprogramma ‘Ontdek het beroep. Leren in 3 werelden’. Dit programma, kortweg ‘3 W-leren’, richt zich op de samensmelting van beroepspraktijk, toegepast onderzoek en onderwijs. De focus daarbij is identiteitsontwikkeling en de ontwikkeling van een beroepsgerelateerde kennisbasis, gesteund door werk- en leeromgevingen.
2011, Part of book or chapter of book (, pp. 39-50)Praktijkgericht onderzoek krijgt meer en meer aandacht binnen het hbo. Maar wat moeten hbo-studenten kennen en kunnen op het gebied van onderzoek doen? En hoe kan dat in het onderwijs worden geborgd? In het licht van dit vraagstuk is binnen de Faculteit Economie en Management van de HAN besloten om in alle bacheloropleidingen een leerlijn onderzoek doen op te nemen. In deze bijdrage staat beschreven waarop het ontwerp voor de faculteitsbrede leerlijn is gebaseerd en hoe de implementatie in de praktijk tot nu toe verloopt.
2013, Part of book or chapter of book (, pp. 105-112)Het eerste Praktijkboek ROM in de ggz, een leidraad voor gebruik en implementatie van meetinstrumenten (Buwalda, Nugter, Swinkels en Mulder, 2011), gaat over de achtergronden van ROM en het gebruik en de implementatie in de dagelijkse praktijk. Centraal in dat boek staat de toepassing van ROM in de behandeling van patiënten. Sinds het verschijnen van het eerste boek is de belangstelling voor ROM in Nederland enorm gegroeid. Belangrijke reden voor deze toegenomen belangstelling wordt gevormd door de eisen die externe partijen, met name zorgverzekeraars, hebben gesteld aan de implementatie van ROM. Hoewel deze eisen, die bij onvoldoende resultaat resulteren in financiële kortingen, mogelijk hebben geleid tot een versnelde implementatie van ROM in instellingen, heeft deze ontwikkeling tegelijkertijd het gebruik van ROM in het kader van de behandeling naar de achtergrond verdrongen. Met dit boek, Praktijkboek ROM in de ggz II, implementatie en gebruik bij verschillende doelgroepen, vragen we daarom hernieuwd aandacht voor de toepassing van ROM voor de behandeling van patiënten. In het eerste hoofdstuk wordt in samenwerking met de overkoepelende patiëntenorganisatie (LPGGz) aandacht besteed aan de beleving van patiënten over ROM. Aansluitend gaat het om uiteenlopende patiëntengroepen: ouderen, kinderen, patiënten in de verslavingszorg, de ziekenhuispsychiatrie en de forensische psychiatrie en om speciale doelgroepen zoals patiënten met autisme, een auditieve of een verstandelijke beperking. Ook komen enkele nieuwe ontwikkelingen aan de orde: de Vlaamse methode met procesmetingen; nieuwe inzichten bij het meten van veranderingen bij ROM. Het boek wordt afgesloten met een hoofdstuk over verandermanagement. Dit boek is bestemd voor alle professionals in de ggz die patiënten behandelen en begeleiden, zoals psychiaters, psychologen en verpleegkundigen. Tegelijkertijd kunnen ook managers en projectleiders ROM hun voordeel doen met dit tweede praktijkboek over ROM in de ggz.
2011, Article / Letter to editor (Fysiotherapie en Ouderenzorg, vol. 25, iss. 3, (2011), pp. 5-16)Er bestaat een grote variatie in het percentage bewoners per verpleeghuis dat wel of geen fysiotherapeutische zorg ontvangt. Hierdoor is het onduidelijk of de juiste groep wel fysiotherapie ontvangt. Er is dan ook behoefte aan meer transparantie en standaardisatie van de indicatiestelling fysiotherapie in verpleeghuizen. Het doel van deze studie is om criteria te ontwikkelen voor de indicatiestelling fysiotherapie in verpleeghuizen en deze te toetsen in de praktijk.
2011, Article / Letter to editor (Tijdschrift voor Lerarenopleiders, vol. 32, iss. 1, (2011), pp. 21-30)Op Pabo Arnhem (lerarenopleiding primair onderwijs) konden studenten tot 2009 kiezen tussen een regulier studietraject waarin ze naast de theorieverwerving op de opleiding stage lopen op een basisschool. Een alternatieve keuze betreft het traject ‘opleiden in de school’ (oids) waarin het leren vooral praktijkgestuurd is en de basisschool medeverantwoordelijk is voor het opleiden van de toekomstige collega. De ontwikkelaars van het traject ‘opleiden in de school’ wilden graag een instrument (een checklist) om het kiezen te vergemakkelijken en om -zoveel als mogelijk- daarvoor ‘geschikte’ studenten op de opleidingsscholen te kunnen plaatsen. De tweedeling in studietrajecten bestaat nog steeds, maar de keuze wordt minder aan studenten overgelaten en meer door opleiders bepaald. De opleiders van Pabo Arnhem hebben ervoor gekozen de checklist voorlopig niet te gebruiken omdat de toewijzing aan een van de twee studietrajecten niet altijd samenvalt met meer of minder geschikt zijn. Het instrument blijft desondanks waardevol, omdat het uitspraken doet over de mate waarin studenten in staat zijn hun leerproces zelf te sturen. Een competentie die voor opleiden in de school van belang is maar evenzeer binnen het reguliere traject.
2014, Article / Letter to editor (De Nieuwe Meso, vol. 2014, iss. 2, (2014), pp. 7-11)In de afgelopen jaren zijn steeds meer leraren betrokken geraakt bij onderzoek in de school: als docentonderzoeker, als medebegeleider van het praktijkonderzoek van leraren-in-opleiding of als critical friend. Daarnaast zien we ook verschillende vormen van onderzoek in de school, bijvoorbeeld in projectvorm bij leraren en schoolleiders die in het kader van bijvoorbeeld een opleiding een onderzoek uitvoeren. Onderzoek in de school kan ook onderdeel zijn van het dagelijks werk van leraren, in de vorm van een onderzoekende houding en/of onderzoekend handelen (Cochran- Smith & Lytle 2009; Van der Steen & Peters 2014). Daarnaast kan onderzoek op verschillende niveaus plaatsvinden, individueel of gezamenlijk worden uitgevoerd en verschillende doelen dienen. Kortom: waarover hebben we het als we het hebben over onderzoek in de school?
2022, Article / Letter to editor (Bestuurswetenschappen, vol. 76, iss. 2, (2022), pp. 59)As soon as uncertainty rears its head, mistrust increases and people seek interpretation and clarity. Both reactions strongly appeal to the ability of public organisations to make contact precisely then, at the critical moments. That’s no mean feat. What makes establishing and perpetuating contact in a unique context such as the corona crisis so complex? That question is central to this contribution. The authors set up their consideration from the philosophy of appreciative communication. The complexity lies in several things, first of all, the necessary customisation. Management is communication and communication is people’s work and that makes it custom work. In a crisis, you cannot simply fall back on protocols, existing policies, etc. The situation requires constant reassessment, coordination and making choices. In addition, you have to make those choices in an ever-changing context that is characterised by factors such as the initial invisibility of the problem, the unprecedented scale, the uncertain course, the indivisibility of the government, and the unease with the government. In combination with a number of faltering communicative levers, various tensions arise that complicate the contact and thus the administrative task. The authors identify seven contact keys from the philosophy of appreciative communication that can be helpful in practice and conclude with a review of these ideas based on the communicative tasks identified by the Dutch Safety Board in its first evaluation. What takes place in a crisis is not an isolated communicative task that can be outsourced, but reveals a quality that is the guiding principle in everyone’s – managerial – actions.
2016, Part of book or chapter of book (Bakker, A; Zitter, I; Beausaert, S (ed.), Tussen opleiding en beroepspraktijk: Het potentieel van boundary crossing)
2017, Article / Letter to editor (Stator, vol. 18, iss. 4, (2017), pp. 8-11)Om het voor bewoners van verpleeg- of verzorgingshuizen mogelijk te maken om hun leven te leiden zoals zij dat willen, is het cruciaal dat de benodigde zorg zoveel mogelijk op het door hen gewenste tijdstip wordt geleverd. In de praktijk blijkt dit soms lastig. Het is namelijk een uitdaging om de personele capaciteit aan te laten sluiten bij de zorgvraag. In dit artikel wordt ingegaan zien op hoe data-gedreven capaciteitsplanning een bijdrage kan leveren aan dit vraagstuk.
2014, Article / Letter to editor (Tijdschrift Vervoerswetenschap, vol. 50, iss. 2, (2014), pp. 52-70)Dit artikel behandelt de vraag wat een organisatie praktisch, maar ook verantwoord kan doen als zij duurzamer wil worden op het gebied van personenmobiliteit. De huidige academische literatuur biedt inzicht als het gaat om attributen die een rol spelen bij de modaliteitskeuzes van individuen, al of niet geformaliseerd in een (logit) model. Ook psychologische mechanismes zoals de relatie tussen attitudes en gedrag, en het ontstaan van percepties die afwijken van de werkelijkheid worden uitgebreid beschreven, net als de invloed van die mechanismes op de acceptatie door individuen van mobiliteitsbeleid. Tevens zijn er veel praktijkgerichte publicaties over de invoering van verschillende maatregelen voorhanden. Tenslotte zijn er op wetenschappelijke inzichten gebaseerde publicaties voor overheden over hoe beleid moet aansluiten bij de aard van de mens, zodat het overheidsbeleid een grotere kans van slagen heeft. Een praktische en tegelijk goed onderbouwde stap voor stap methode voor een organisatie om haar bereikbaarheid te verduurzamen, hebben wij echter maar beperkt kunnen vinden. Dit artikel beschrijft aan de hand van de case Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, hoe een dergelijke aanpak vorm gegeven kan worden.
2009, Article in monograph or in proceedings ()Als gevolg van de verwachte groei in goederenoverslag in de Rotterdamse haven en de daarmee verbonden groeiende congestie- en milieuproblemen staat het transport naar het achterland de laatste jaren wederom in het middelpunt van de belangstelling. Een van de mogelijkheden om de te verwachten problemen te voorkomen is, om meer break bulk goederen van en naar het achterland op het spoor te vervoeren in plaats van transport over de weg. In de paper inventariseren we omvang van de break bulk goederenstroom, gaan we in op de betrokken marktpartijen in de haven, hun motivatie wel of niet voor spoortransport te kiezen en de bevorderende en belemmerende factoren voor meer spoortransport uit het oogpunt van de partijen in het haven. Conclusies uit het onderzoek zijn dat zonder maatregelen van de betrokken marktpartijen in de Rotterdamse haven de doelstelling om in 2035 15 % van de break bulk transporten van en naar het achterland via het spoor te realiseren niet haalbaar is. Het blijkt dat er onvoldoende markt is, tenzij partijen met elkaar samenwerken. Betere informatievoorzieningen voor en communicatie tussen alle marktpartijen, bereidheid tot samenwerking bij consolidatie van de goederenstroom en investeringen in bottleneck capaciteit zijn voorwaarden om de doelstelling te kunnen realiseren. Hierbij kan het Havenbedrijf een ondersteunende rol spelen als bemiddelaar tussen overheid en bedrijfsleven, coördinator van een betere samenwerking tussen de verschillende marktpartijen, in de bevordering van projecten voor de uitbreiding van de havenfaciliteiten en in het verzamelen en beschikbaar stellen van betere informatie over de transportstromen en betrokken marktpartijen bij break bulk transporten van en naar de Rotterdamse haven.
2017, Article in monograph or in proceedings (European Conference for Social Work Research, pp. 144-145)In this paper we briefly introduce the Capability Approach (CA) and focus on its opportunities for social work practice and research. As the CA is purposively underspecified, we provide theoretical handles for operationalization by pointing to four topics particularly relevant to social work theory: 1) conversion factors; 2) clustering of capabilities and/or functionings; 3) adaptive preferences; 4) negation of human diversity. In order to spark practical dialogue between the multifarious perspectives on social arrangements we propose a conceptual framework for evaluating interventions and arrangements. This framework aids to construct an integral account of direct and indirect versus intended and unintended consequences of the intervention or arrangement. As such it provides promising first steps towards a practical operationalization of capability theory in social work and social work research.
2017, Article in monograph or in proceedings (Challenges in social work research – conflicts, barriers and possibilities in relation to social work., pp. 144-145)
2017, Article / Letter to editor (Onderwijsinnovatie, vol. 19, iss. 4, (2017), pp. 34-36)Het opleiden van studenten tot onderzoekende professionals is een belangrijk thema in het hoger onderwijs. Bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) is de afgelopen jaren gewerkt aan het project Onderzoekende Professional waarin is gezocht naar concretisering van de onderzoekende houding door middel van kwalitatief en kwantitatief onderzoek. In dit artikel worden de projectresultaten gepresenteerd.
2012, Article / Letter to editor (Sociale Psychiatrie, vol. 31, iss. 102, (2012), pp. 7-13)Auteurs laten in Opleiden voor de sociale psychiatrie: en intensief programma Community Based Health in Nijmegen zien hoe uitwisseling van ervaring tussen verschillende hogescholen uit verschillende landen kan bijdragen aan verbetering van de kwaliteit en samenwerking tussen hogescholen en de ontwikkeling van innovatieve praktijken in opleidingen. Een mooie beschrijving van een interdisciplinair, internationaal sociaal psychiatrisch lesprogramma.
2019, Article / Letter to editor ((2019))Background: A large part of the communication cues exchanged between persons is nonverbal. Persons with a visual impairment are often unable to perceive these cues, such as gestures or facial expression of emotions. In a previous study, we have determined that visually impaired persons can increase their ability to recognize facial expressions of emotions from validated pictures and videos by using an emotion recognition system that signals vibrotactile cues associated with one of the six basic emotions. Objective: The aim of this study was to determine whether the previously tested emotion recognition system worked equally well in realistic situations and under controlled laboratory conditions. Methods: The emotion recognition system consists of a camera mounted on spectacles, a tablet running facial emotion recognition software, and a waist belt with vibrotactile stimulators to provide haptic feedback representing Ekman’s six universal emotions. A total of 8 visually impaired persons (4 females and 4 males; mean age 46.75 years, age range 28-66 years) participated in two training sessions followed by one experimental session. During the experiment, participants engaged in two 15 minute conversations, in one of which they wore the emotion recognition system. To conclude the study, exit interviews were conducted to assess the experiences of the participants. Due to technical issues with the registration of the emotion recognition software, only 6 participants were included in the video analysis. Results: We found that participants were quickly able to learn, distinguish, and remember vibrotactile signals associated with the six emotions. A total of 4 participants felt that they were able to use the vibrotactile signals in the conversation. Moreover, 5 out of the 6 participants had no difficulties in keeping the camera focused on the conversation partner. The emotion recognition was very accurate in detecting happiness but performed unsatisfactorily in recognizing the other five universal emotions. Conclusions: The system requires some essential improvements in performance and wearability before it is ready to support visually impaired persons in their daily life interactions. Nevertheless, the participants saw potential in the system as an assistive technology, assuming their user requirements can be met.
Schematic overview of the used system.
Schematic overview of the used system.
…
Emotion mapping. The mapping of Ekman's universal emotions on the waist band.
Emotion mapping. The mapping of Ekman's universal emotions on the waist band.
…
Crosstabs of agreement between coders and software. The table shows a tally of the number of time the coders and FaceReader classified a fragment as a particular emotion. The diagonal shows the number of times that the coders and FaceReader classified a fragment as the same emotion.
Crosstabs of agreement between coders and software. The table shows a tally of the number of time the coders and FaceReader classified a fragment as a particular emotion. The diagonal shows the number of times that the coders and FaceReader classified a fragment as the same emotion.
…
Figures - uploaded by Hendrik BuimerAuthor content
Content may be subject to copyright.
ResearchGate Logo
Discover the world's research
20+ million members
135+ million publications
700k+ research projects
Join for free
2011, Article / Letter to editor (Vakblad V&VN Ambulancezorg, vol. 2011, iss. 1, (2011), pp. 28-30)De huidige protocollen voor acute zorg zijn aan herziening toe. Ze zijn niet ontwikkeld volgens de algemeen geaccepteerde evidence based richtlijn ontwikkeling (EBRO) methode, ze bevatten geen proces - en uitkomstindicatoren en ze zijn niet ontwikkeld met het oog op de keten Ambulancezorg, SEH en HAP. Ook ontbreekt een planmatige invoering en gebruiksevaluatie. Het doel van dit project is Inzicht te krijgen in de mate waarin zorgverleners de huidige protocollen bij acute zorg (LPSEH, LPA) opvolgen en in de factoren die dit beïnvloeden; overeenkomsten vaststellen tussen LPA, LPSEH en standaarden voor acute zorg van HAP en op grond hiervan ontwerpen van drie ketenbrede protocollen voor acute zorg (voor ambulance en SEH, waarbij aansluiting wordt gezocht bij de standaarden van de HAP). Dit resulteert in drie Ketenbrede Landelijke Protocollen Spoedzorg met proces- en uitkomst indicatoren en gerichte implementatiestrategie. Het project Ketenbrede Landelijke Protocollen Spoedzorg (KLPS-project) liep van juni 2009 tot en met februari 2012 en is uitgevoerd door het Lectoraat Acute Intensieve Zorg van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Het KLPS-project bestond uit twee fases met verschil-lende doelstellingen en eindproducten.
2010, Article / Letter to editor (Senior, vol. 1, iss. 2, (2010), pp. 10-11)Het concept van de zogenaamde serviceflat bood decennialang een alternatief voor opname in een verzorgingshuis vanwege de extramurale (dat wil zeggen buiten een instelling) setting, de grotere zelfstandigheid van de bewoners en de eigen financiering van woonlasten, voorzieningen en diensten. Nederland beschikt over een 400-tal van deze serviceflats.