2010, Article / Letter to editor (AIP Conference Proceedings, iss. 1277, (2010), pp. 264-267)A new CPV system with a static linear Fresnel lens, silicon PV module suitable for concentrated radiation and an innovative tracking system is integrated in a greenhouse covering. The basic idea of this horticultural application is to develop a greenhouse for pot plants (typical shadow plants) which don’t like high direct radiation. Removing all direct radiation will block up to 77% of the solar energy, which will reduce the necessary cooling capacity. The solar energy focused on the Thermal Photovoltaic (PV/T) module generates electric and thermal energy. The PV/T module is tracked in the focal line and requires cooling due to the high heat load of the concentrated radiation (concentration factor of 50 times). All parts are integrated in a greenhouse with a size of about 36?m2. The electrical and thermal yield is determined for Dutch climate circumstances. Some measurements were performed with a PMMA linear Fresnel lens between double glass. Further improvement of the performance of the CPV-system is possible by using a PDMS lens directly laminated on glass and using AR-coated glass. This lens is developed with ZEMAX and the results of the Ray-tracing simulations are presented with the lens structure oriented in an upwards and downwards position. The best performance of the static linear Fresnel lens is achieved with upwards orientation of the lens structures. In practice this is only possible with the Fresnel lens placed between a double glass structure, which will keep the lens clean and free of water.
2010, Article / Letter to editor (FMT gezondheidszorg, vol. 10, iss. 12, (2010), pp. 26-27)Het Lectoraat ZorgGericht Bouwen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen voert onderzoek “Cradle to Cradle in de zorg” uit. In dit project zijn een verpleegkamer, een operatiekamer en een couveusekamer onderzocht op materiaalgebruik. Dit derde artikel in de reeks C2C beschrijft het onderzoek “De Couveusekamer”. De doelstelling van het onderzoek is aanbevelingen te doen voor Cradle to Cradle materiaalgebruik met betrekking tot de gezondheid van de gebruikers van de couveuse.
2010, Article / Letter to editor (FMT gezondheidszorg, vol. 10, iss. 11, (2010), pp. 12-14)Het inleidende artikel van de auteurs over Cradle to Cradle in de Zorg is verschenen in januari 2009, het artikel over Cradle to Cradle in de Zorg, “De Verpleegkamer” is verschenen in FMT 8/9 2010. In een latere uitgave van FMT zal het onderzoek naar een couveuse worden gepubliceerd. In het onderzoek “De Operatiekamer” van het Lectoraat Zorggericht Bouwen aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, is aandacht besteed aan het huidig gebruik van materialen in een operatiekamer en de mogelijke gevolgen hiervan op de mens en zijn omgeving met oog op het Cradle to Cradle principe. De centrale vraag daarbij was: hoe is het gesteld met duurzaamheid van toegepaste materialen in een operatiekamer? En welke Cradle to Cradle oplossingen zijn mogelijk?
2010, Article / Letter to editor (FMT gezondheidszorg, vol. 10, iss. 8-9, (2010), pp. 33-35)Het loslaten van het concept “afval” wordt door Loesje treffend verwoord: “Waarom afval produceren als je het toch weggooit?”. Cradle to Cradle sluit hier op aan: producten moeten zodanig ontwikkeld worden dat deze na gebruik als grondstof kunnen dienen voor een nieuw product in de kringloop. De vraag is nu hoe wij bij het ontwerpen van de gebouwde leefomgeving in de gezondheidszorg gebruik kunnen maken van deze gedachte.
2010, Article / Letter to editor (FMT gezondheidszorg, iss. 10, (2010), pp. 18-20)Het Lectoraat ZorgGericht Bouwen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen voert onderzoek “Cradle to Cradle in de zorg” uit. In dit project zijn een verpleegkamer, een operatiekamer en een couveusekamer onderzocht op materiaalgebruik.
2012, Article / Letter to editor (Holland Management Review & Belgium Management Review, vol. 2012, iss. 146, (2012), pp. 37-42)Sinds de afschaffing van de Beeldende Kunstenaarsregeling (BKR) in 1987 moet de kunstenaar zich steeds meer als zelfstandig ondernemer organiseren. Toch is ondernemerschap voor veel creatieven nog steeds vooral een noodzakelijk kwaad om creatieve doelen te bereiken. Het gevolg is een weinig professionele invulling van het ondernemerschap die het creatief succes bedreigt. In hoeverre wijkt creatief ondernemerschap af van ‘gewoon’ ondernemerschap? Creatieven definiëren zich zelden als ondernemers omdat ze hun culturele toegevoegde waarde doorgaans belangrijker vinden dan de economische. Pleidooi voor aandacht voor de samenhang en wisselwerking tussen ‘culturele winst’ en ‘economische waarde’.
2009, Article in monograph or in proceedings (ARCCI seminar)Overal in de wereld concurreren steden met elkaar om de 4 B’s: Bewoners, Bedrijven, Bezoekers en Bollebozen. Veel steden proberen zich in die strijd aantrekkelijk te maken als creatieve stad. Ze doen er alles aan om kunstenaars en designers aan te trekken, knappen oude fabrieken op en ontwikkelen kekke wijken met hippe winkels. En dan? Ben je dan een creatieve stad? Onzin, zegt ARCCI-lid Roy van Dalm. Een creatieve stad is meer dan een creatieven stad. Het is pas het begin. Maar steden die het niet gesnapt hebben, houden het hier bij en beginnen te klagen dat het een hype is. Gelukkig weten wij in Arnhem wel beter, toch? Waar de Creatieve Stad w‘rkelijk om draait, laat dit ARCCI seminar zien.
2020, Article / Letter to editor (Journal of Health Organization and Management, vol. 34, iss. 7, (2020), pp. 807-828)Abstract
Purpose
This mixed-method study aims to contribute to the scholarly debate by outlining an individual-level theoretical framework for public value creation and evaluation that builds upon a social exchange perspective. It provides insights into the normative frames of primary stakeholders in the Dutch care at home sector, that is professionals, managers, clients and informal care providers.
Design/methodology/approach
A mixed-method design comprising a customized survey among 349 stakeholders, preceded by 31 in-depth interviews was used.
Findings
This empirical work shows differences and similarities in the stakeholders' normative frames revealed via three dimensions of expectations regarding the process of care delivery: personal contact, impact of rules and procedures and communication.
Social implications
These differences in interpretation have implications for the measurement and evaluation of public value creation.
Originality/value
By statistically and methodologically exploring the different expectations' scales that are developed, we intend to work toward a measure for public value creation, which can be used in future empirical work.
2010, Article / Letter to editor (Organza News, iss. 2, (2010), pp. 6-8)The past few months have involved becoming acquainted and more familiar with the creative industries in the various regions of the Organza partners. Dany Jacobs (ARCCI – Arnhem Centre for Creative Economy and Innovation) reports. I had already known for some time that both Nottingham and Treviso were located in particularly innovative regions, and this is why I did everything I could to involve them in this project when we started preparing the Organza project. In September and October, together with a number of people from various Organza partners, we visited Nottingham and Treviso and what we saw there confirmed beyond any doubt that this reputation for innovation was well-deserved.
2008, Article / Letter to editor (ESB, vol. 2008, iss. maart, (2008), pp. 151-153)In dit artikel wordt Floridas begrip van de creatieve klasse bekeken en de kwantificering daarvan. Die wordt geconfronteerd met enkele andere Nederlandse benamingen die voor een groot deel aan hetzelfde euvel leiden: men is creatief of men is het niet. Daartegenover stellen we een meer nuancerende, fuzzy benadering waarmee we een eigen berekening maken van het creatieve gehalte van de Nederlandse economie.
2020, Article / Letter to editor (Healthcare, vol. 8, iss. 2, (2020))Undernutrition is highly prevalent among community-dwelling older adults. Early identification of nutrition risk is important to prevent or treat undernutrition. This study describes the prevalence rates of nutrition risk in community-dwelling older adults (aged >= 65) using the same validated tool across different countries and aims to identify differences in nutritional risk factors. Cross-sectional data was obtained from three datasets including participants from the Netherlands (NL), Canada (CA) and New Zealand (NZ). Seniors in the Community Risk Evaluation for Eating and Nutrition II (SCREEN II) was used to assess nutritional risk factors and prevalence of risk. Differences between countries were tested with logistic and linear regression. Sensitivity analyses were conducted to test the influence of sampling strategy. A total of 13,340 participants were included, and 66.3% were found to be at high nutrition risk. After stratifying the data for method of data sampling, prevalence rates showed some differences across countries (NL: 61.5%, NZ: 68.2%, CA: 70.1%). Risk factor items that contributed to nutrition risk also differed among countries: NZ and CA participants scored higher for weight change, skipping meals, problems with meal preparation, use of meal replacements, problems with biting and chewing, low fluid intake and problems with doing groceries, as compared to participants in NL. Low intake of fruits and vegetables and meat were more prevalent in NL. In conclusion: nutrition risk is a worldwide, highly prevalent problem among community-dwelling older adults, but risk factors contributing to nutrition risk differ by country.
2021, Article / Letter to editor (Journal of Orthopaedic and Sports Physical Therapy, vol. 51, iss. 3, (2021), pp. 103-114)OBJECTIVE: To assess the effectiveness of prehabilitation in patients with degenerative disorders of the lumbar spine who are scheduled for spine surgery. DESIGN: Intervention systematic review with meta-analysis. LITERATURE SEARCH: Seven electronic databases were systematically searched for randomized controlled trials or propensity-matched cohorts. STUDY SELECTION CRITERIA: Studies that measured the effect of prehabilitation interventions (ie, exercise therapy and cognitive behavioral therapy [CBT]) on physical functioning, pain, complications, adverse events related to prehabilitation, health-related quality of life, psychological outcomes, length of hospital stay, use of analgesics, and return to work were included. DATA SYNTHESIS: Data were extracted at baseline (preoperatively) and at short-term (6 weeks or less), medium-term (greater than 6 weeks and up to 6 months), and long-term (greater than 6 months) follow-ups. Pooled effects were analyzed as mean differences and 95% confidence intervals (CIs). Certainty of evidence was assessed using the Grading of Recommendations Assessment, Development and Evaluation (GRADE) framework. RESULTS: Cognitive behavioral therapy interventions were no more effective than usual care for all outcomes. Pooled effect sizes were -2.0 (95% CI: -4.4, 0.4) for physical functioning, -1.9 (95% CI: -5.2, 1.4) for back pain, and -0.4 (95% CI: -4.1, 0.4) for leg pain. Certainty of evidence for CBT ranged from very low to low. Only 1 study focused on exercise therapy and found a positive effect on short-term outcomes. CONCLUSION: There was very low-certainty to low-certainty evidence of no additional effect of CBT interventions on outcomes in patients scheduled for lumbar surgery. Existing evidence was too limited to draw conclusions about the effects of exercise therapy. J Orthop Sports Phys Ther 2021;51(3):103-114. Epub 25 Dec 2020. doi:10.2519/jospt.2021.9748.
2019, Article in monograph or in proceedings (SAE Technical Paper 2019-01-1162)The natural gas/diesel dual-fuel engine is an interesting technique to reduce greenhouse gas emission. A limitation of this concept is the emission of un-combusted methane. In this study we analyzed the influence of PFI gas-injection timing on cylinder to cylinder gas-distribution, and the resulting methane emissions. This was done on a 6 cylinder HD engine test bench and in a GT-power simulation of the same engine. The main variable in all tests was the timing of the intake port gas injection, placed either before, after, or during the intake stroke. It showed that injecting outside of the intake window resulted in significant variation of the amount of trapped gaseous fuel over the 6 cylinders, having a strong impact on methane emissions. Injecting outside of the intake stroke results in gas awaiting in the intake port. Both testing and simulation made clear that as a result of this, cylinder 1 leans out and cylinder 6 enriches. The simulation showed how this is caused by the airflow into the manifold, which enters the manifold close to cylinder 1. This flow picks up gas residing before the first cylinders, and distributes it over the cylinders further downstream. The richer cylinders have a higher absolute methane emission. By calculating the ratio between trapped and emitted methane, we found operating points where the enrichment caused by unequal gas distribution led to lower relative methane emission. This can be attributed to the better combustibility of methane under richer conditions. Although the injection timing was placed outside the intake window on purpose in our experiments, the same distribution problem occurs in situations where the gas injection is longer than the intake stroke. This is a common situation with currently available dual-fuel systems. The solution can be found in a gas injection system with significantly higher capacity.
2012, Part of book or chapter of book (, pp. 9-27)In allerlei wetenschappen is het ‘veralgemeend darwinisme’ inmiddels een overkoepelend paradigma waarmee verschillende disciplines met elkaar communiceren. In de sociale wetenschappen blijft de darwinistische evolutionaire theorie echter een bijna onbeduidende minderheidsstroming. Een verkenning van zowel de mogelijke bijdrage van deze theorie aan de bedrijfskunde als enkele traditionele vooroordelen ertegen en de meer simplistische benaderingen die het zicht op de echte waarde ervan kunnen vertroebelen.
2017, Article / Letter to editor (Praxis Sprache, iss. 3, (2017), pp. 133)Das Ziel dieser Studie ist es, das SSPA auf Menschen mit hochfunktionellem Autismus, dem AS, in Deutschland zu übertragen. Dazu wird das SSPA erst kritisch in Bezug auf die Erfassung von pragmatischen Fähigkeiten diskutiert um danach in einer vergleichenden Studie die pragmatischen Fähigkeiten von 20 deutschen Jugendlichen und Erwachsenen mit und ohne AS zu erfassen. Auch könnten die Daten als erste Grundlage zur kritischen Beurteilung des SSPAs dienen, dieses als potenzielles Coaching- und erapieinstrument einzusetzen, um Menschen mit AS auf die für sie schwierig empfundenen kommunikativen Situationen im Alltag (z. B. Familie, Freunde, Studium oder Arbeit) vorzubereiten, zu begleiten oder dies im Nachhinein zu evaluieren. Methode
2018, Article / Letter to editor (Marketing Rendement, iss. 1, (2018), pp. 4-5)Klanten uiten op social media steeds vaker hun ongenoegen over de diensten of producten die bedrijven aanbieden. Het effect op de reputatie van uw organisatie kan desastreus zijn, zeker wanneer u niet, of op de verkeerde manier, reageert. Tegelijkertijd kan één positieve recensie van een klant op een sociaal medium, zoals bijvoorbeeld een reviewsite, direct leiden tot een stijgende verkoop van de dienst of het product waar de recensie over gaat.
2010, Article / Letter to editor (Ntor : Nederlands Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid, vol. 2010, iss. 22, (2010), pp. 199-217)Tijdens het plenaire debat over het wetsvoorstel Wijziging van de WEB, WSF 2000, WTOS en LCW in verband met de regeling in de WEB van een minimumomvang van het in instellingstijd verzorgde onderwijsprogramma (TK 2006-2007, nr. 31048), is door staatssecretaris van Bijsterveldt een beleidsevaluatie van de 850-urennorm toegezegd aan de Tweede Kamer. Het doel van de evaluatie is het beoordelen van de doeltreffendheid, de doelmatigheid en de effecten van de urennorm van minimaal 850 uren in de praktijk van het mbo (bol voltijd) en de verkenning van eventuele alternatieven. In dit artikel presenteren we de voornaamste resultaten van deze betreffende evaluatie.
2012, Article / Letter to editor (Facility Management Magazine, (2012), pp. 28-30)Hogescholen zijn de laatste jaren flink bezig met de ontwikkeling van gebouwen, met de nodige investeringen. In rap tempo worden er ultramoderne gebouwen neergezet of worden oude gebouwen gerenoveerd. Natuurlijk zijn deze ontwikkelingen in eerste instantie gericht op het nog beter ondersteunen van het primaire proces: het aanbieden van onderwijs. Maar wat is de invloed van deze gebouwen op de keuze van een potentiële student voor een hogeschool? Dit artikel geeft op deze vraag een antwoord.
2011, Part of book or chapter of book (, pp. 147-160)In verreweg de meeste gevallen komt een verzekeringsovereenkomst tot stand na aanvaarding door de verzekeraar van het door de verzekeringnemer ingevulde en ondertekende vragenformulier. Dit vragenformulier vormt dan ook de grondslag van de verzekeringsovereenkomst, immers op basis van de door de verzekeringnemer gegeven antwoorden beslist de verzekeraar niet alleen óf hij het aangeboden risico accepteert, maar ook welke premie daarbij hoort en welke, eventuele, uitsluitingen moeten worden toegepast. Het is dus van groot belang dat verzekeringnemers dit vragenformulier duidelijk en naar waarheid invullen. De wetgever heeft dan ook in artikel 7:928 lid 1 BW bepaald dat verzekeringnemers verplicht zijn om vóór het sluiten van een verzekeringsovereenkomst aan een verzekeraar alle feiten mee te delen die hij kent of behoort te kennen en waarvan hij weet of behoort te begrijpen dat ze van belang zijn of kunnen zijn voor de beoordeling van het risico door die verzekeraar. Deze zogenoemde voorcontractuele mededelingsplicht strekt zich uit over zowel de materiële, als de morele feiten.
2013, Part of book or chapter of book (, pp. 75-79)In de praktijk van de bij De Borg, VOBC en Landelijk Kenniscentrum LVB aangesloten instellingen is een basis gelegd voor een gespecialiseerd behandelaanbod. In dit kader werken zij sinds 2008 in het consortium Coping LVB nauw samen met de universiteiten van Utrecht en Tilburg. De uitkomsten van dit consortium waren onderdeel van dit derde congres ‘Met het oog op behandeling’. Daarnaast waren er inleidingen en workshops over onderzoeksresultaten uit de brede kring van onderzoekers en instellingen voor behandeling en begeleiding van mensen met een licht verstandelijke beperking en gedragsproblematiek. In het congres ‘Met het oog op behandeling 3’ lag het accent op het delen van de meest recente kennis op het gebied van diagnostiek en behandeling van LVB-problematiek. In het ochtendprogramma betrof dit een overzicht van wetenschappelijk onderzoek in de LVB-zorg. In het middaggedeelte vonden in 2 workshoprondes presentaties plaats over onderzoek naar diagnostiek en interventies dat uitgevoerd is in de praktijk van instellingen die aangesloten zijn bij De Borg, VOBC en Landelijk Kenniscentrum LVB. Hierbij kunt u o.a. denken aan; motiverende gespreksvoering, Triple C en MST-LVB.
2009, Article / Letter to editor (Opleiding en Ontwikkeling, (2009))‘Een buitengewone campagne, inspirerend, effectief en vernieuwend. Communicatie met emotie.’ Zo oordeelde de jury van de Galjaardprijs over ‘de Buitenwereld’ van UWV. De Buitenwereld was echter veel meer dan een communicatieproject. Alle reden om deze dag eens beter te bekijken; dit keer vanuit HRD-perspectief.
2018, Part of book or chapter of book (, pp. 67-84)Om de vraag te beantwoorden wat de capabilitybenadering het sociale domein te bieden heeft, kijken we naar de bruikbaarheid van de capabilitybenadering voor het brede werkveld van welzijn, samenleven en zorg. Aandachtsgebieden van de capabilitybenadering die bruikbaar zijn voor het werkveld zijn: (1) sterke relatie tussen individu en omgeving; (2) integrale benadering van menselijk functioneren; (3) nadruk op keuzemogelijkheden; en (4) de aandacht voor structurele patronen van sociale ongelijkheid. We bekijken het ook andersom: sociaalwerkpraktijken sluiten op verschillende manieren aan bij de capabilitybenadering. Zij proberen positieve vrijheid van individuen te faciliteren, werken aan thema’s als armoede, ongelijkheid en eenzaamheid, en maken veel gebruik van krachtgerichte benaderingen. Daarin staat het sociaal werk echter niet alleen. Het conceptueel kader dat de capabilitybenadering het sociale domein biedt staat een kritische blik toe op sociaal werk als middel naast andere disciplines waarin individuele kwaliteit van leven centraal staat.
2011, Part of book or chapter of book (, pp. 49-60)In het kennisdomein van marketing en sales wordt zowel in de literatuur als in de praktijk nog te weinig nagedacht en gehandeld vanuit een integraal verbeterperspectief voor de hele commerciële waardeketen en de samenstellende onderdelen daarvan. Het ontbreekt nog te vaak aan het inzicht in het geheel en aan de wil om verbeterprocessen in deze op gang te brengen. Het onderstaande artikel wil aan beide een bijdrage leveren door de commerciële waardeketen met al haar tools en drivers als verbetercyclus neer te zetten. Zowel studenten als professionals kunnen er hun voordeel mee doen.
2015, Article / Letter to editor (Tijdschrift voor Taalbeheersing (Groningen), vol. 37, iss. 2, (2015), pp. 217-239)The communicative competent professional from a managerial perspective. A qualitative exploration is input for curriculum development. Research indicates that the communicative performance of starting professionals
does not always match managers' expectations, although managers rate communication as important for their professional success. lnstitutes of higher education have the task of designing educational programmes that prepare students to meet the professional challenges concerning their communication. This article explores what managers themselves define as good professional communication. Their practical definitions of communicative competence were investigated through 44 semi-structured interviews in four professional business contexts (accountancy, communication, legal, and logistics). The research focused on the communicative competence of starting professionals and revealed (1) that communication is inextricably bound with the start¡ng professionals' work, (2) what specific genres starting professionals
use, (3) that the quality requirements managers impose concern both text craftsmanship and contextual awareness and, (4) that managers rate communicative competence as important for organisations and starting professionals themselves. This implies that professional communication should play a prominent role in the curriculum with more focus on strategic communication awareness in relation to professional practically-oriented tasks. This will prepare students more effectively to meet managers' expectations regarding communication.
2013, Part of book or chapter of book (, pp. 31-50)Onderzoek naar competenties in het algemeen en naar de benodigde competenties voor ondernemers in het bijzonder is volop in beweging. Onderzoek in het verleden heeft vanuit verschillende invalshoeken en met verschillende doeleinden plaatsgevonden en is daarom veelal niet generaliseerbaar. Daarom worden meerdere theorieën onderscheiden. Het onderzoek naar competenties is met een start in de 90-er jaren nog relatief nieuw en is international georiënteerd. Het onderzoek kan branchegericht zijn (denk aan de gezondheidszorg), het kan van toepassing zijn op het onderwijs (competentiegericht onderwijs), relaties hebben met human resource management (aanstellen van personeel), maar ook gericht zijn op ondernemen. De vraag die dan opgeroepen wordt, luidt: welke competenties zijn van belang voor succesvol ondernemen? Hier is veel onderzoek naar gedaan, maar de uitkomsten zijn (helaas) niet eenduidig. Op zich geen vreemde uitkomst, omdat culturen, nationaliteiten, branches en levenscycli dwars door dit soort onderzoeken heen lopen (zie literatuuroverzicht hierna). Om te laten zien waar we nu staan als het gaat om ondernemerschap, onderzoeken we voornoemde vraagstelling.
2017, Part of book or chapter of book (, pp. 83-94)Het inrichten van landelijke expertise- of kenniscentra wordt vaak genoemd als middel om het praktijkgericht onderwijsonderzoek in de lerarenopleidingen van hogescholen te versterken en meer te positioneren, zichtbaarder te maken (Kaldewaij & Slotman, 2016; Vereniging Hogescholen, 2015). Het gevaar van dergelijke centra is dat er te veel nadruk wordt gelegd op slechts één van de kerntaken van lectoraten in het hbo en de andere twee veronachtzaamd worden. Als Netwerk Lectoren Lerarenopleidingen pleiten we daarom voor het inrichten van netwerken waarin optimaal en in samenhang aan alle kerntaken kan worden gewerkt. In dit hoofdstuk gaan we eerst in op de drievoudige taakstelling van praktijkgericht onderzoek in het hbo. Bij hun aanstelling kregen lectoren de opdracht bij te dragen aan 1) de verdere ontwikkeling en professionalisering van de lerarenopleidingen, 2) de innovatie van de onderwijspraktijk/het werkveld (primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs) en 3) de ontwikkeling van kennis. We beschrijven de opbrengsten van de afgelopen vijftien jaar, die niet verloren Mogen gaan. Vervolgens bespreken we hoe dit praktijkgericht onderzoek nog sterker kan. Wat vraagt dit van lectoren c.q. lectoraten en hun partners en welke organisatievormen passen daarbij? We benoemen richtinggevende criteria die kunnen bijdragen aan de vormgeving en versterking van netwerken waarin praktijkgericht onderzoek, lerarenopleidingen en het onderwijswerkveld samenkomen en zichtbaar zijn.
2018, Part of book or chapter of book (Boei, F.; Willemse, M. (ed.), Kennisbasis voor lerarenopleiders, katern 5: Onderzoek in de lerarenopleidingen, pp. 81-92)
2009, Part of book or chapter of book (, pp. 197-203)Intensive care-geneeskunde maakt de laatste jaren een stormachtige ontwikkeling door. Steeds meer mensen komen er in hun dagelijkse werk mee in aanraking en daardoor ontstaat er een groeiende behoefte aan literatuur over dit onderwerp. Technische, maar met name ook praktijkgerichte literatuur. Venticare geeft onder de naam Capita Selecta ieder jaar een interessante verzameling artikelen uit op het gebied van de intensive care-geneeskunde. Alle artikelen zijn geschreven door deskundigen uit het vakgebied. De nadruk ligt op de praktische toepasbaarheid van de beschreven stof.
2011, Article / Letter to editor (Wetenschappelijk Tijdschrift voor Ergotherapie, vol. 2012, iss. 4, (2011), pp. 38-48)Depressie komt vaak voor na een beroerte en algemeen wordt aangenomen dat dit van grote invloed is op de behandelmogelijkheden en -resultaten. Het is een onafhankelijke determinant voor de prognose van herstel van ADL-vaardigheid. Aangezien paramedici en verpleegkundigen, door het intensieve contact, vaak als eersten stemmingsveranderingen signaleren is de beschikbaarheid van een adequaat screeningsinstrument van waarde voor het revalidatieproces. De Geriatric Depression Scale-15 (GDS-15) is, als meest bekend instrument in de verpleeghuissetting, een van de mogelijke instrumenten om de signalen van depressie te kunnen objectiveren.
2012, Article / Letter to editor (Senior, vol. 2012, iss. 3, (2012), pp. 10-11)Met voor de komende decennia enerzijds de vergrijzing anderzijds de krimp voor ogen proberen gemeenten, woningbouwverenigingen en zorginstellingen de juiste combinaties voor hun levensloopbestendige bestaande en nieuwe wijken te maken ten aanzien van wonen, zorg en service. De juiste combinaties, maar ook de juiste duurzame keuzes: welke woningen aan te passen en welke te slopen; waar kan een buurt met positionering van een extra voorziening het juiste welzijns- of zorgniveau bereiken? En…, waar dienen we, tot voor kort ongebruikelijke, krimpscenario’s te hanteren? De overheid als voorschrijvende partij heeft zich bovendien daarvan teruggetrokken, keuzes en de financiële verantwoording daarvan worden aan de markt overgelaten.
2013, Part of book or chapter of book (, pp. 51-64)Hoe kunnen we inhoudelijke kennis, ketenbewustzijn en soft skills op een laagdrempelige, hoog-kwalitatieve wijze aan de zorgprofessionals aanbieden? Dat was de vraag die de HAN gesteld is door zorgprofessionals naar aanleiding van onvoldoende afstemming in de zorgketen. De literatuur liet zien dat een serious game een zeer geschikte vorm is om aan deze vraag tegemoet te komen. De HAN ontwikkelde de HAN-zorggame, die als doel heeft naast kennis en vaardigheden vooral het ketenbewustzijn te trainen. De sterk verbeterende spelresultaten tijdens het spel en de evaluatie onder deelnemers achteraf lieten zien dat dat doel bereikt is. Naast het trainen van zorgprofessionals kan de game ook ingezet worden als effectief leermiddel op het gebied van procesverbetering in het hoger onderwijs voor studenten bedrijfskunde, logistiek, verpleegkunde, etc.
2007, Article / Letter to editor (Kritiek, vol. 25, iss. 1, (2007), pp. 3-9)Endotracheaal uitzuigen is een noodzakelijke en risicovolle interventie om secreet uit bronchi en trachea te verwijderen. Dit verbetert de gasuitwisseling en voorkomt een beademingsgerelateerde luchtweginfectie of Ventilator Associated Pneumonia (VAP).
2012, Article / Letter to editor (Wetenschappelijk Tijdschrift voor Ergotherapie, vol. 5, iss. 4, (2012), pp. 53-58)De herziene ergotherapierichtlijn CVA (Cerebraal Vasculair Accident) is volop in ontwikkeling en wordt in maart 2013 gepresenteerd. De herziene richtlijn is vanzelfsprekend nóg meer evidence-based, cliëntgecentreerd, op het handelen gericht en in de context gesitueerd. Deze column heeft een informatief karakter en geeft een voorproefje van de vernieuwingen die in de herziene ergotherapierichtlijn CVA worden opgenomen. Deze herzieningen sluiten aan bij de Zorgstandaard CVA/TIA die in november 2012 gepresenteerd is aan het werkveld (1). In de zorgstandaard wordt beschreven wat zorgverleners, cliënten en familie mogen verwachten van de zorg aan CVA-cliënten in alle fases van zorg na het CVA en dit is gebaseerd op de wensen en verwachtingen van cliënten en hun naasten. Ontwikkelingen waar de ergotherapierichtlijn CVA naadloos bij aansluit zijn de wens dat zorg goed aansluit op het functioneren thuis en het hebben van meer regie door cliënten en naasten tijdens het zorgproces.
2009, Article / Letter to editor (Holland Management Review & Belgium Management Review, vol. 2009, iss. 124, (2009), pp. 40-46)Hoe kunnen managers de kansen op succesvolle innovatie vergroten? Voor het antwoord op die vraag zijn de auteurs te rade gegaan bij een twintigtal Nederlandse ondernemingen en organisaties die bekend zijn door hun herhaalde successen op het terrein van innovatie; ondernemingen die kennelijk een succesvolle innovatieroutine hebben weten op te bouwen. Achter die innovatieroutine ontdekten ze tien disciplines waarin deze bedrijven en organisaties uitblinken. Dat levert het concept op van de innovatietienkamp: tien heel verschillende disciplines of beleidsterreinen waarop ondernemingen hoog moeten scoren om blijvend succesvol te innoveren. Aan managers de taak om ervoor te zorgen dat hun onderneming op alle disciplines hoog scoort, want één slecht resultaat kost het kampioenschap.
2010, Part of book or chapter of book (, pp. 39-44)In het autoverkeer zijn files en vertragingen aan de orde van de dag. De tijd dat mensen de file als een welkome attractie beschouwden en er eens rustig naar gingen kijken, ligt inmiddels ruim een halve eeuw achter ons. Files zorgen onder meer voor tijdverlies en milieubelasting. In het kader daarvan is de TU Delft het onderzoeksprogramma AMICI gestart. AMICI is een NWO/VeV-onderzoeksprogramma. De afkorting staat voor Advanced Multi-agent Information and Control for Integrated multi-class traffic networks. Het onderzoeksprogramma richt zich op de ontwikkeling van een innovatieve regeltechniek specifiek geschikt voor de gecoördineerde controle van heterogene verkeersstromen. Een van de onderzoeken binnen AMICI leidde in 2009 tot een promotie. Dit artikel geeft een kort overzicht van de aanpak en uitkomsten van dit onderzoek. Voor een volledig overzicht wordt naar het betreffende proefschrift verwezen: Bogers, 2009.
2010, Article / Letter to editor (Veerkracht. een Tijdschrift voor Leraren en Opleiders Primair Onderwijs, vol. 7, iss. 2, (2010), pp. 4-9)Er zitten relatief weinig jongens op de Pabowaardoor er uiteindelijk maar een gering aantal mannen als leraar werkt in het primair onderwijs. Dat lijkt - zeker als we ook alle berichtgeving daarover in de publiekspers moeten geloven - een groot probleem.