2014, Article / Letter to editor (Tijdschrift voor Lerarenopleiders, vol. 35, iss. 2, (2014), pp. 35-44)Onderzoek doen en leraren opleiden die hun eigen beroepspraktijk onderzoekend kunnen vernieuwen is een relatief nieuwe taak voor lerarenopleiders binnen de hogescholen in Nederland en Vlaanderen. Internationaal hebben zich eerder vergelijkbare ontwikkelingen voortgedaan. Hieruit zijn drie thema’s te destilleren die ook voor de Nederlandse en Vlaamse context relevant zijn, namelijk de positionering van de lerarenopleidingen in het bestel van het hoger onderwijs, de veranderende rol en taken van de lerarenopleider en de verschuivingen in de onderzoeksopvatting. In dit artikel schetsen we kort het waarom van de nieuwe ontwikkelingen en zullen we verder ingaan op de drie thema’s. Op basis hiervan zal een aantal gemeenschappelijke aandachtspunten bij de implementatie van de onderzoeksfunctie worden beschreven. Deze aandachtspunten zijn: (1) aandacht voor discussie over de definitie van onderzoek en de rolopvatting van de opleiders, (2) aandacht voor de professionele ontwikkeling en de ruimte om onderzoek uit te proberen en (3) het creëren van de juiste randvoorwaarden.
2013, Article / Letter to editor (Tijdschrift voor Lerarenopleiders, vol. 34, iss. 4, (2013), pp. 57-73)Binnen de Nederlandse lerarenopleidingen wordt op verschillende manieren gewerkt aan de professionalisering van de docenten met betrekking tot hun onderzoeksvaardigheden. In dit artikel presenteren en bediscussiëren we vier verschillende vormen van docentenprofessionalisering en de opbrengsten daarvan binnen drie Nederlandse hogescholen, de Fontys Hogeschool, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en Hogeschool Windesheim. De voorlopige uitkomsten van dit exploratieve onderzoek laten zien dat de opbrengsten tussen de verschillende vormen van professionaliseringstrajecten niet van elkaar lijken te verschillen. Deelnemers noemen vooral opbrengsten die direct hun eigen professionaliteit beïnvloeden, zoals toegenomen kennis en een aangescherpte visie over (praktijk)onderzoek. Daarnaast blijkt de uitwisseling van ervaringen voor de deelnemers belangrijk te zijn.
2012, External research report Deze rapportage beschrijft de resultaten van een onderzoek naar kennisgemeenschappen in het Nederlandse primair onderwijs uitgevoerd in opdracht van de PO-Raad. In 2009 heeft de PO-Raad zeggenschap gekregen over de besteding van een deel van de middelen bestemd voor onderzoeks- en ontwikkelactiviteiten in de sector primair onderwijs, de SLOA-middelen. De PO-Raad wil de onderzoeks- en ontwikkelfunctie in de sector versterken.1 Een van de manieren waarop scholen invulling geven aan de onderzoeks- en ontwikkelfunctie is door de inrichting van kennisgemeenschappen. Deze zouden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan duurzame organisatieontwikkeling (Onderwijsraad, 2003). Ook de PO-Raad ziet kennisgemeenschappen als een veelbelovende praktijk om de onderzoeks- en ontwikkelfunctie in de scholen te versterken en op deze manier het eigenaarschap voor structurele verbetering van onderwijskwaliteit op de juiste plaats te beleggen. De PO-Raad vraagt zich af in hoeverre kennisgemeenschappen daadwerkelijk bijdragen aan het versterken van de onderzoeks- en ontwikkelfunctie in de school en welke rol zij spelen bij spelen bij het bevorderen van organisa-tiebreed leren en innoveren. De inzichten verkregen uit dit onderzoek pogen bij te dragen aan het formuleren van een antwoord op deze vragen.
2012, External research report In het kader van het project Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB), dat is gefinancierd door het ministerie van OC&W, heeft de werkgroep Doorstroom mbo/hbo/arbeidsmarkt een kijkkader ontwikkeld voor docenten, opleidingsmanagers en beleidsmedewerkers. Dit kijkkader moet hen helpen om zicht te krijgen op wat er binnen hun opleidingen gebeurt aan loopbaanoriëntatie- en begeleiding, gericht op doorstroom naar het hbo of de arbeidsmarkt.
2012, External research report Mindmapping is een manier om relaties tussen begrippen grafisch zichtbaar te maken. De maker van een mindmap tekent vanuit een centraal begrip vertakkingen waarop sleutelbegrippen staan. Ondergeschikte begrippen krijgen een plaats op de subtakken. Kleuren accentueren de samenhang tussen de begrippen op takken. Afbeeldingen verhelderen de betekenis van de begrippen. Mindmaps kunnen op papier of op de computer worden gemaakt. In het laatste geval spreken we van digitaal mindmappen (DMM). De waarde van digitaal mindmappen voor leren en motivatie van leerlingen en leerkrachten is nog onbekend. Dit onderzoek is gericht op het vaststellen van deze waarde door te kiezen voor een onderzoeksopzet waarbij effecten van papieren mindmapping worden vergeleken met effecten van DMM binnen een vraaggestuurd leerarrangement. De verwachting is dat DMM door flexibiliteit in gebruik, positieve effecten heeft op leerlingen in termen van motivatie, dieper leren en leerstofbeheersing.
2011, Article in monograph or in proceedings ()Werken met papieren mindmaps lijkt echter nog onvoldoende uit te nodigen tot het herzien en herschikken van conceptuele verbanden (Stokhof, De Vries 2009). Mindmapping via meer dynamische tools lijkt dit meer mogelijk te maken. In dit quasi-experimentele exploratieve onderzoek worden twee vragen onderzocht: - Wat zijn de effecten van digitaal mindmapping op de intrinsieke motivatie, de leerstrategie en leerstofbeheersing van leerlingen in vergelijking met papieren conceptmapping? De hypothese is dat digitale mindmaps functionaliteiten bieden die de kennisconstructie van de leerlingen dynamischer maken (Tergan, 2005; Novak & Cañas 2008) wat leidt tot een hogere motivatie, efficiëntere leerstrategie en grotere leeropbrengst bij leerlingen; - Op welke wijze ondersteunt digitaal mindmapping de leerkracht bij zijn of haar handelingsbereidheid, implementatiecompetentie en ontwerpcompetentie? De hypothese is dat digitaal mindmapping leerkrachten sterker ondersteunt bij het ontwerpen, begeleiden en monitoren van vraaggestuurd leren dan papieren mindmapping.