2018, Part of book or chapter of book (, pp. 27-47)Dit hoofdstuk behandelt de grondslagen van de capabilitybenadering. De capabilitybenadering is een normatief-wetenschappelijk kader waarin de kwaliteit van leven van mensen centraal staat. Het individueel menselijk welbevinden wordt door de capabilitybenadering als maatstaf gehanteerd voor wat als normatief goed moet worden beschouwd. Elk mens moet worden gezien als een doel op zichzelf en elk individu verdient het om een goed leven te kunnen leiden. Kern van de benadering is dat iemands welzijn bepaald wordt door de mate van vrijheid van een persoon om het leven te leiden dat hij of zij zelf waardevol vindt. Dit hoofdstuk geeft een inleiding in de basisbegrippen van de capabilitybenadering die houvast kunnen bieden bij het toepassen van de benadering. Ten slotte gaat dit hoofdstuk in op de voorwaarden voor de ontwikkeling van een capability-praktijktheorie voor het sociale domein.
2018, Part of book or chapter of book (, pp. 67-84)Om de vraag te beantwoorden wat de capabilitybenadering het sociale domein te bieden heeft, kijken we naar de bruikbaarheid van de capabilitybenadering voor het brede werkveld van welzijn, samenleven en zorg. Aandachtsgebieden van de capabilitybenadering die bruikbaar zijn voor het werkveld zijn: (1) sterke relatie tussen individu en omgeving; (2) integrale benadering van menselijk functioneren; (3) nadruk op keuzemogelijkheden; en (4) de aandacht voor structurele patronen van sociale ongelijkheid. We bekijken het ook andersom: sociaalwerkpraktijken sluiten op verschillende manieren aan bij de capabilitybenadering. Zij proberen positieve vrijheid van individuen te faciliteren, werken aan thema’s als armoede, ongelijkheid en eenzaamheid, en maken veel gebruik van krachtgerichte benaderingen. Daarin staat het sociaal werk echter niet alleen. Het conceptueel kader dat de capabilitybenadering het sociale domein biedt staat een kritische blik toe op sociaal werk als middel naast andere disciplines waarin individuele kwaliteit van leven centraal staat.
2017, Article / Letter to editor (Journal of Human Development and Capabilities, (2017))We apply the capability approach to understand the scope and limitations of community efforts to support older adults dwelling in integrated service areas (ISAs) in the Netherlands. An ISA is a neighborhood-based form of care organization aimed at the widening of opportunities to achieve well-being goals by building on local community resources. To gain insight in the complex effects of ISAs on older adults’ well-being, a narrative study was performed on their daily lived experiences. Emerging narrative patterns were aggregated in a Manifesto of the Independently Living Older Person. Narrative patterns and Manifesto provided insight in both respondents’ capabilities and functionings, expressing values such as autonomy, human dignity and contributions to community care by older adults themselves. Older adults balance realistic and optimistic expectations for the future in ways that can be explained using the concepts of capability security, adaptive preferences, care-receiving and caring-with. Since interventions transpire through local interactions and shared practices, ISAs represent a social space in between individuality and collectivity where older adults enact community by sharing common ends. Findings imply that the complex interventions developed in ISAs expand older adults’ capabilities involving the challenge for all stakeholders to negotiate individual freedoms in community care settings.
2017, Article / Letter to editor (Journal of Social Intervention : Theory and Practice, vol. 26, iss. 1, (2017), pp. 88-92)Boekbespreking: Anja Machielse (2016). Afgezonderd of ingesloten? : Over sociale kwetsbaarheid van ouderen. Utrecht: Universiteit voor Humanistiek. 2016, 60 p., ISBN 9789082535822
2017, Part of book or chapter of book (Sociale innovatie in de praktijk, pp. 135-150)Sociale innovatie gaat om de bundeling van menskracht met als doel uiteenlopende maatschappelijke kwesties aan te pakken. Sociale innovatie heeft betrekking op nieuwe arrangementen van burgers, overheden en/of bedrijven die maatschappelijke energie opwekken om bijvoorbeeld armoede of sociale ongelijkheid tegen te gaan, arbeidsparticipatie te bevorderen of alternatieve initiatieven te ondersteunen. Het gaat daarbij om het scheppen van publieke meerwaarde. De verwachtingen over sociale innovatie als oplossing voor hedendaagse maatschappelijke problemen zijn vaak hooggespannen. In Sociale innovatie in de praktijk vragen auteurs zich af of en in hoeverre deze verwachtingen in de praktijk worden waargemaakt. Wat wordt onder sociale innovatie verstaan? Hoe werkt ze en wat is de praktische betekenis ervan? Vragen als deze worden van diverse, en soms ook ontnuchterende, antwoorden voorzien.
2013, Article / Letter to editor (Applied Psychology: an International Review, vol. 62, iss. 1, (2013), pp. 157-181)The current paper investigated age-related differences in the relations of psychological contract breach with work outcomes over time. Based on affective events theory, we expected job satisfaction to mediate the longitudinal relationship of contract breach with changes in job performance. Moreover, based on socio-emotional selectivity theory, it was predicted that reactions to contract breach on job satisfaction and job performance would be stronger among younger workers than older workers. This two-wave panel study among 240 employees investigated interactions of age with psychological contract breach in relation to changes in job satisfaction and job performance over time. Moderated structural equation modeling showed that job satisfaction partially mediated the longitudinal relationships between contract breach and job performance. Moreover, the analyses supported socio-emotional selectivity theory; older workers reacted less intensely to psychological contract breach towards job satisfaction and job performance, indicating a general decreased responsiveness of older workers towards the psychological contract. It is concluded that age plays an important role in how contract breaches relate to changes in work outcomes over time.
2013, Article / Letter to editor (Journal of Social Intervention : Theory and Practice, vol. 22, iss. 4, (2013), pp. 43-60)Recente ontwikkelingen in wonen, welzijn en zorg vereisen een transformatie van de sociale sector in Nederland. Een narratieve benadering wordt voorgesteld als een potentieel krachtig middel om deze transformatie vorm te geven vanuit collectieve betekenisverlening in de zorg- en welzijnsnetwerken. Er wordt een metafoor gehanteerd van het leren spelen van een nieuw spel, met als belangrijkste elementen relaties, betekenis en participatie. Dynamiek in het spel wordt van bovenaf gegenereerd door narratieve interventies en van onderop door het aanspreken van leervermogen en collectieve leerprocessen van de spelers. Narrativiteit vormt op deze wijze een integraal, democratisch en netwerk-gebaseerd alternatief voor traditionele sturingsmechanismen te midden van en na de transformatie van de sociale sector.
2013, Article / Letter to editor (Applied Psychology: an International Review, vol. 2013, iss. 62, (2013), pp. 157-181)The current paper investigated age-related differences in the relations of psychological contract breach with work outcomes over time. Based on affective events theory, we expected job satisfaction to mediate the longitudinal relationship of contract breach with changes in job performance. Moreover, based on socio-emotional selectivity theory, it was predicted that reactions to contract breach on job satisfaction and job performance would be stronger among younger workers than older workers. This two-wave panel study among 240 employees investigated interactions of age with psychological contract breach in relation to changes in job satisfaction and job performance over time. Moderated structural equation modeling showed that job satisfaction partially mediated the longitudinal relationships between contract breach and job performance. Moreover, the analyses supported socio-emotional selectivity theory; older workers reacted less intensely to psychological contract breach towards job satisfaction and job performance, indicating a general decreased responsiveness of older workers towards the psychological contract. It is concluded that age plays an important role in how contract breaches relate to changes in work outcomes over time.
2013, Article / Letter to editor (Work & Stress: An International Journal of Work, Health & Organisations, vol. 27, iss. 1, (2013), pp. 88-105)Since workforces across the world are aging, researchers and organizations need more insight into how and why occupational well-being, together with work-related attitudes and motivations, change with age. Lifespan theories point to subjective health and future time perspective (i.e. an individuals perceptions of his or her remaining time to live) as potentially relevant age-related variables. Using two Dutch samples, a health care company (N=448) and university employees (N=1271), we examined whether subjective health and future time, perceived as open-ended or limited, mediate the relation between age and work-related motivations (growth, security, esteem and generativity), and whether those motivations in turn influence work engagement. In line with lifespan theories, the study demonstrated that the relations of chronological age with work-related growth, esteem and security motivations were mediated by an open-ended future time perspective and a good subjective general health. The association between age and generativity motivations was not mediated by a limited future time perspective. Furthermore, growth, esteem and generativity motivations had a positive association with work engagement. These findings imply that the future time perspective and subjective health of older workers should be taken into account, and not just chronological age, when examining or managing their occupational well-being.
2012, Book (monograph) Al meer dan dertig jaar is Leren communiceren een veel gebruikt handboek in het hoger onderwijs. Of het nu gaat om communicatieonderwijs in aparte vakken of om vaardighedentraining die is geïntegreerd in projecten, stages en opdrachten, Leren communiceren is de communicatieleidraad bij uitstek. In deze zesde druk wordt aangesloten bij nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied, en wordt ingespeeld op de snelle veranderingen in de informatietechnologie en op nieuwe mediatoepassingen. Ten slotte is er een uitgebreid supplement waarin problemen rond spelling en het gebruik van leestekens worden behandeld. Op de bijbehorende website www.lerencommuniceren.noordhoff.nl is oefenmateriaal te vinden dat aansluit bij deze zesde editie. De website biedt tevens extra ondersteunend materiaal bij het boek, zoals een sjabloon voor het maken van bouwplannen en een aantal videofragmenten ter illustratie van belangrijke mondelinge vaardigheden.
2012, Article / Letter to editor (SeniorVAK, vol. 2012, iss. 2, (2012), pp. 22-25)Nederland beschikt over 350 serviceflats, met opgeteld circa 40.000 appartementen5). Ooit vormden ze een breed gewaardeerd alternatief voor wonen in een verzorgingshuis. Op dit ogenblik worden nogal wat complexen met leegstand geconfronteerd. Dat is opmerkelijk: enerzijds neemt het aantal ouderen als onderdeel van onze bevolking sterk toe en daarmee stijgt ook de behoefte aan aangepaste huisvesting. Anderzijds wordt het verzorgingshuis (al of niet terecht) maatschappelijk minder geapprecieerd en is het veel moeilijker geworden er een indicatie voor te krijgen. Dat toch van leegstand in serviceflats sprake is, duidt op een probleem. Naar onze mening kan de verklaring daarvoor in drie factoren gevonden worden. Gelukkig zijn ook oplossingen voorhanden.
2010, Part of book or chapter of book (, pp. 178-188)In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de toepassing van vraagpatronenonderzoek als middel om formele en informele ondersteuning te verbinden. Hierbij wordt nadrukkelijk niet alleen gekeken naar zorg, maar ook naar meer brede vormen van ondersteunende activiteiten waar burgers van profiteren en in participeren. In deze benadering worden burgers in hun kracht gezet, in tegenstelling tot de zogeheten doelgroepenbenadering waarbij burgers benaderd worden in termen van problematieken of typen burgers. Door consequent de dialoog en de cocreatie te zoeken wordt gestreefd naar nieuwe verbindingen tussen formele en informele dienstverlening. Hiermee wordt concrete invulling gegeven aan het begrip Civil Society, waarin burgers actief betrokken zijn bij hun samenleving. Aan de hand van een vraagpatronenonderzoek in de Nijmeegse wijk Hatert wordt uitgelegd hoe de innovatiemethodiek in zijn werk gaat en hoe praktijkinnovatie in formele en informele ondersteuning gestalte krijgt.
2010, Article / Letter to editor (Onderwijsinnovatie, vol. 2010, iss. 3, (2010), pp. 29-34)De noodzaak voor docentprofessionalisering is in dit tijdschrift al veelvuldig beschreven. Daarbij ligt het accent vaak op het individu. Maar juist collectieven zoals kenniskringen en lectorarten hebben een bijzonder vermogen om samen te leren. Het instellen van een kennisgemeenschap, zoals een Community of Learning (CoL), is een manier om van individuele leerprocessen collectieve leerprocessen te maken.
2008, Article / Letter to editor (Onderwijsinnovatie, vol. 10, iss. 2, (2008), pp. 10-13)Met de komst van lecoraten zijn hogescholen zich ook gaan richten op ‘toegepast onderzoek’. Maar past dat wel in het hbo? En zo ja, hoe implementeer je dat? Dit artikel beschrijft hoe binnen de HAN de competentie ‘Onderzoek doen’ hogeschoolbreed is ingekaderd.
2008, Article / Letter to editor (Thema: Tijdschrift voor Hoger Onderwijs en Management, vol. 15, iss. 1, (2008), pp. 56-61)Onderzoek in het hoger beroepsonderwijs krijgt zowel in de media als binnen de opleidingen zelf steeds meer aandacht. En hoewel we er eigenlijk niet meer omheen kunnen, zijn er op de opleidingen nog veel tegenstanders. De tegenzin lijkt vooral gevoed door de overtuiging dat onderzoek binnen het hbo niet haalbaar en nodig is, en door onduidelijkheid over het hoe dat onderzoek er dan uitziet. ‘Hogescholen moeten geen universiteit willen spelen’, zo wordt gezegd. Vooral dat laatste maakt duidelijk dat onderzoek binnen het hoger beroepsonderwijs nog geen opzichzelfstaand gegeven is, nog geen eigen identiteit heeft. Aan het identificeren van het onderzoek in het hoger beroepsonderwijs willen we een bijdrage leveren. Niet om het af te bakenen of een bepaalde richting uit te sturen, maar om de beroepsbeoefenaren in het hbo handvatten te geven bij het nadenken over en doen van onderzoek. Dit artikel gaat over onderzoek in het hbo waarbij we vanwege de vertrouwdheid daarmee de lerarenopleiding primair onderwijs als case nemen. Achtereenvolgens wordt beschreven waarom onderzoek in het hbo en op de lerarenopleiding nodig is, hoe dat onderzoek omschreven kan worden en eruitziet en tot slot gaan we in op de winst voor studenten, de opleiding en beroepspraktijk.