2017, Article / Letter to editor (NTZ. Nederlands Tijdschrift voor de zorg aan mensen met verstandelijke beperkingen, iss. nr. 2, (2017), pp. 108-124)Dit artikel behandelt de problematiek van transities en continuïteit van ondersteuning bij mensen met een verstandelijke beperking. Het onderzoek kijkt naar de vraag welke wensen en behoeften mensen met een lichte en matige verstandelijke beperking (of gezinnen met één of meerdere gezinsleden met een verstandelijke beperking) hebben ten aanzien van flexibele levensloopondersteuning. Deze wensen en behoeften zijn in samenwerking met de doelgroep vertaald in een prototype van een applicatie voor het signaleren van transities en het bevorderen van ondersteuning.
2017, Article / Letter to editor (Journal of Social Intervention : Theory and Practice, vol. 26, iss. 2, (2017), pp. 4-26)Samenwerken met ervaringsdeskundigen neemt de laatste jaren, met name in de GGZ, een hoge vlucht. De positieve resultaten van de samenwerking met ervaringsdeskundigen in de GGZ hebben ertoe geleid dat er meer initiatieven komen in andere zorgsectoren, zo ook in de zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. Samenwerking met ervaringsdeskundigen met een verstandelijke beperking vraagt in de dagelijkse praktijk om een structurele ondersteuning in de werkomgeving van de ervaringsdeskundige. Binnen de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking wordt deze ondersteuning vaak geboden door betaalde en vrijwillige coaches op de werkplek. In dit onderzoek staat de vraag centraal wat coaches nodig hebben aan kennis, vaardigheden en houdingsaspecten om ervaringsdeskundigen met een verstandelijke beperking te kunnen ondersteunen en met hen samen te werken. Ook wordt aandacht besteed aan het tot zijn recht komen van de ervaringsdeskundige in de samenwerkingsrelatie; wat geeft de samenwerking nu eigenlijk betekenis voor alle partijen? Voor een antwoord op deze vragen is door middel van (groeps) interviews in eerste instantie het perspectief van ervaringsdeskundigen met een lichte verstandelijke beperking zelf betrokken, maar ook coaches, docenten en onderzoekers die samenwerken met ervaringsdeskundigen komen aan het woord. In de gangbare basisprincipes van coaching ligt een sterke nadruk op verantwoordelijkheid, zelfsturing en reflectie die een coach van de gecoachte vraagt. Dit onderzoek heeft aangetoond dat deze uitgangspunten niet voldoende tegemoet komen aan het specifieke van coachen van ervaringsdeskundigen met een lichte verstandelijke beperking.
2012, Book (monograph) Deze trainershandleiding van de training "Menslievende professionalisering van (toekomstige) beroepskrachten" maakt deel uit van het trainingspakket: Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking: 4 trainingen in werken met sociale netwerken en aansluiten bij cliënten en hun ouders. Dit trainingspakket is ontwikkeld door het lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Deze handleiding heeft tot doel om (aankomende) professionals instrumenten in handen te geven waarmee zij de menslievende professionalisering in hun eigen werkomgeving kunnen vormgeven en de interpersoonlijke dimensie van zorg (weer) kunnen benadrukken. De handleiding beschrijft vier verschillende trainingen, geschikt voor de zorg en voor het onderwijs: Training Menslievende zorg; Training In dialoog gaan; Training Out of the box denken; Training Verantwoordelijkheid nemen. De uitgewerkte thema’s worden aangeboden in afzonderlijke trainingen maar vertonen ook overlap; daardoor is onderlinge uitwisseling en combinatie van (delen van) thema’s goed mogelijk. Bijbehorende materialen: Bestand 1: Handleiding trainer Bestand 2: Powerpoint Bestand 3: Deelnemersinformatie Bestand 4: Artikelen Zie ook het onderzoeksrapport: Je hebt t of je hebt t niet? Menslievende professionalisering van toekomstige beroepskrachten van ROC en HBO. Hermsen, M., & Embregts, P. (2011)
2011, Book (monograph) Dit onderzoeksrapport bestaat uit 2 deelonderzoeken: Deelonderzoek I: De (on)mogelijkheid van het aanleren van een menslievende houding. Zorg voor mensen met een verstandelijke beperking als casus. In deze bijdrage staat de leer- en trainbaarheid van een menslievende houding centraal. Is het mogelijk een menslievende houding aan te leren of is het een kwestie van karakter waarbij geldt; ‘je hebt het of je hebt het niet?’ Welke aspecten van het onderwijs/trainingsprogramma van ROC en HBO opleidingen (die studenten opleiden om te gaan werken in de zorg)zijn essentieel om het opbouwen van een relatie met cliënten vanuit aandachtigheid en medemenselijke betrokkenheid te stimuleren? De focus van deze aspecten ligt respectievelijk bij de student zelf, de docent of praktijkbegeleider, dan wel bij de stage- of onderwijsinstelling. Aan het eind van het artikel zullen concrete aanbevelingen worden gedaan aan ROC en HBO opleidingen om het ontwikkelen van een professionele houding van de studenten op basis van menslievendheid een plaats te geven binnen het curriculum. Deelonderzoek II: Menslievende professionalisering binnen het ROC en HBO curriculum. In deze bijdrage staat de aandacht voor menslievende professionalisering in het curriculum van ROC/MBO (Sector Zorg en Welzijn) en HBO (Sociale Studies) centraal. In eerder onderzoek werd gefocust op de leer- en trainbaarheid van een menslievende houding. Dat onderzoek heeft een reeks van onderwerpen opgeleverd die binnen een onderwijsprogramma aan bod moeten komen om het opbouwen van relaties met cliënten vanuit aandachtigheid en menslievende betrokkenheid te stimuleren, ontwikkelen en onderhouden. In dit artikel wordt in kaart gebracht op welke wijze vier beroepsopleidingen binnen het ROC (Maatschappelijke Zorg) en HBO (Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Pedagogiek) de menslievende professionalisering van toekomstige beroepskrachten vormgeven. Aan het eind van het artikel zullen concrete aanbevelingen worden gedaan om de menslievende professionalisering verder te verbeteren. Dit onderzoeksrapport ligt tevens ten grondslag aan het trainingspakket: Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking: 4 trainingen in werken met sociale netwerken en aansluiten bij cliënten en hun ouders. Dit trainingspakket is ontwikkeld door het lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
2018, Article / Letter to editor (Journal of Social Intervention : Theory and Practice, vol. 27, iss. 1, (2018), pp. 48-66)Examining the voluntary deployment of people without a disability on behalf of people with disabilities: “Verwenzorg” (“LC”) as an example In the Netherlands, a transformation is taking place from the traditional welfare state to a civil society with active citizens. The aim of this study is to give an example of citizens’ commitment to their fellow citizens. The phenomenon of Love and tender Care, or LC, (which is known as “Verwenzorg” in Dutch) as a case example was studied. This article examines what motivates volunteers to become actively involved in the lives of others and what results volunteering has for the involved clients. Volunteers (n=10) and clients, their relatives and/or caregivers (n=7) were asked about their motivations and experiences and the perceived benefits and possible negative outcomes of LC. The motivations of and benefits for volunteers appear to be intertwined and involve both altruistic and self-interested aspects. There appears to be a certain reciprocity between giving and receiving, but it is a fragile relationship. Clients experience benefits, but also sometimes have less positive experiences, possibly because of a lack of adaptation to the (individual) client. To enhance and sustain the voluntary deployment of people without a disability on behalf of people with disabilities, organizations should embrace initiatives like LC as a visionary manifestation of the participation society.
2017, Article / Letter to editor (NTZ. Nederlands Tijdschrift voor de zorg aan mensen met verstandelijke beperkingen, vol. 43, (2017), pp. 177-194)Dit artikel beschrijft de resultaten van een onderzoek naar de samenwerking tussen onderzoekers met en zonder lichte verstandelijke beperkingen (LVB) gedurende de ontwikkeling van een spel over sociale relaties. Ondanks toenemende populariteit van inclusieve samenwerking, weten we nog onvoldoende wat goede inclusieve samenwerking kenmerkt (en wat niet) en wat het oplevert. In dit artikel beschrijven we het begrip betekenisvolle samenwerking vanuit de beleving van onderzoekers met en zonder LVB. Er is gebruik gemaakt van observaties, evaluaties en interviews. Uit de resultaten blijkt dat naast bekende aspecten zoals openheid en gelijkwaardigheid, elementen als samen ervaren, ondersteuning voor alle onderzoekers en oprecht contact cruciaal zijn voor betekenisvolle samenwerking.
2015, Article / Letter to editor (Journal of Autism and Developmental Disorders, iss. 45, (2015), pp. 1191-1203)The aim of this study was to determine the similarities and differences in social network characteristics, satisfaction and wishes with respect to the social network between people with mild or borderline intellectual disabilities (ID), people with autism spectrum disorders (ASD) and a reference group. Data were gathered from 105 young adults living independently in the community. The social networks of people with ID and ASD are more restricted than those of the reference group. Compared with the other groups, people with ASD are less often satisfied with their networks. Each group has its own characteristics, issues and wishes with respect to their social network. Practical measures to enable professionals to adapt to these issues are discussed.
2018, Article / Letter to editor (Journal of Social Intervention : Theory and Practice, vol. 27, iss. 6, (2018), pp. 4-23)Care farms in the Netherlands, also known as social farms, are thought of as valuable day services centres, and sometimes as residential care providers, for highly diverse and mixed groups. This article is about the features of happiness at care farms. The main question is: what is the potential for achieving happiness at care farms in the Netherlands? Psychologist Ap Dijksterhuis’ theory on the components of happiness serves as a conceptual framework. Based on a literature study examining the qualities and values of care farms, the features of happy living at care farms in the Netherlands are described and illustrated with examples from three present-day practices. The care farmers were interviewed about their ideas and methods in relation to contributing to a good and happy life for care farm participants. This ideal life is mainly accomplished by means of: the stimulation of flow experiences through (farm-based) activities, emphasizing a connection with others and with nature; and providing farm-based products and services to the surrounding community.