2011, Article / Letter to editor (Supervisie en Coaching, vol. 28, iss. 4, (2011), pp. 167-187)Wat levert de toepassing van de kleurenbenadering van De Caluwé en Vermaak op, als we deze toepassen op supervisie als veranderstrategie? Mogen supervisoren een favoriete kleur hebben? Of moet een supervisor van alle kleurenmarkten thuis zijn?
2011, Article / Letter to editor (Gids voor Personeelsmanagement, vol. 2011, iss. 9, (2011), pp. 42-43)HRM heeft zich ontwikkeld to een volwaardige discipline met eigen opleidingen, vakbalden en wetenschappelijke tijdschriften. Onder de noemer van HRM gaat een groeiende internationale gemeenschap van onderzoekers schuil die dagelijks bezig is met het bestuderen van diverse aspecten van personeelsmanagement. Er wordt hierbij vooral gekeken naar het effect van HRM op het uiteindelijke bedrijfsresultaat van verschillende organisaties. Hoewel de gecombineerde resultaten een positieve reactive tussen HRM en prestaties laten zien, is er echter nog veel onduidelijk.
2010, Part of book or chapter of book (, pp. 123-132)Iedereen heeft intuïtie, die zich uit in sterke gevoelsmatige overtuigingen die niet geheel rationeel te verklaren zijn. Intuïtie is nuttig. Het is van groot belang voor professionals, zoals politieagenten, officieren van justitie en rechters, die op basis van hun (werk)ervaring bepaalde dingen aanvoelen en daardoor hun werk beter en effectiever kunnen verrichten. Maar wat als hun intuïtie er volledig naast zit? In het recente verleden is er veel mediaaandacht geweest voor gerechtelijke dwalingen, rechtszaken waarbij opsporingsambtenaren en medewerkers van het OM zo sterk op hun intuïtie vertrouwden dat ze onvoldoende oog hadden voor bewijs dat hun overtuiging tegensprak. Intuïtie als selffulfilling prophecy, dus. Is er in ons rechtssysteem wel plaats voor een fenomeen als intuïtie of moet er naar gestreefd worden om de gerechtelijke procedure zo rationeel mogelijk te benaderen en intuïtie uit het proces te weren? Kan intuïtie tot rechtvaardigheid leiden of is het juist een bedreiging hiervoor? Een groot aantal auteurs heeft zich over deze vraag gebogen. In dit artikel vindt de lezer de mening van juristen, sociologen, psychologen en andere wetenschappers. Het resultaat is een pleidooi voor de ‘sensus iuridicus’.
2010, Part of book or chapter of book (, pp. 41-58)Verslag van het symposium dat op 3 september 2009 gehouden is bij de HAN. De opleiding HBO-Rechten van de HAN biedt per september 2009 aan haar studenten de mogelijkheid om het vak Jeugdrecht te volgen en in dat vak af te studeren. Het jeugdrecht is een onderwerp dat vooral de laatste jaren enorm in de belangstelling staat en waarover in de rechtswetenschappelijke literatuur en daarbuiten reeds het nodige is gepubliceerd. Het jeugdrecht is veelomvattend en heeft haar wortels in vrijwel alle rechtsgebieden. Bij de bestudering van het jeugdrecht is al snel duidelijk dat het belang van een kind een overheersende rol dient te spelen, zonder overigens aan dit belang absolute voorrang te geven.
2008, Article / Letter to editor (Tijdschrift voor Hrm, (2008))In 2006 is forse kritiek geuit op HR. Trude Maas, commissaris bij verschillende bedrijven en lid van de Eerste Kamer, opende het debat. In het tijdschrift HR Strategie stelde zij dat de HR-beroepsgroep te passief is: ‘Ik hoor HR nooit iets zeggen. Op geen enkel dossier.’ En organisatieadviseur Hans Strikwerda schreef enkele maanden later in Management en Consulting dat de HR-manager ‘een van de meest grijze figuren is die je als consultant kunt tegenkomen’. Hij spreekt over de ‘postmoderne aftocht van HRM’ en concludeert: ‘slaap zacht, personeelsfunctionaris’.
2011, Part of book or chapter of book (, pp. 97-112)De loopbaanstap van professional naar het management is doorgaans een moeilijke stap, of het nu een ingenieur, jurist, medicus of andere professional is die van het vakinhoudelijk werk tot het management geroepen wordt. Dit lezen we in de spaarzame literatuur over deze loopbaanbeweging en moet ook in de praktijk geconstateerd worden. Gezien het grote afbreukrisico verbonden aan deze loopbaanstap is het opmerkelijk is dat deze specifieke transitie in de gangbare managementliteratuur geen prominente plaats inneemt. Er wordt veel geschreven over allerlei aspecten van management en leiderschap, onderwerpen als competenties, eigenschappen, taken, leiderschapsstijlen e.a., maar niet over de transitie zelf die men doormaakt als men de vakinhoud moet loslaten en leiding gaat geven aan andere professionals.
2011, Article / Letter to editor (Nursing, vol. 2011, iss. 4, (2011), pp. 50-55)De ‘vitaal bedreigde patiënt’ is een van de tien thema’s van het ‘Veiligheidsprogramma vms zorg’. Het programma is in het leven geroepen nadat uit een groot onderzoek ‘Onbedoelde schade in Nederlandse ziekenhuizen’ is gebleken dat in 2004 1735 patiënten in de Nederlandse ziekenhuizen zijn overleden vanwege vermijdbare gebeurtenissen. Het Veiligheidsprogramma heeft ten doel vermijdbare onbedoelde schade in de Nederlandse ziekenhuizen tussen 2007 en 2012 met 50% te verminderen. Een expertteam van verpleegkundigen en artsen heeft de praktijkgids Vroege herkenning en behandeling van de vitaal bedreigde patiënt ontwikkeld. De praktijkgids beschrijft het spoedinterventiesysteem (SIS) en geeft aanbevelingen om het systeem te implementeren en te borgen.
2011, Part of book or chapter of book (, pp. 9-16)Binnen het domein van spiritualiteit is het onderzoeksgebied mindfulness onmisbaar, vooral door de studies naar effecten van meditatie, mentale focus en de voordelen van reflectie technieken. Mindfulness, een term die geen goed equivalent heeft in de Nederlandse taal, kunnen we opvatten als bewust handelen. Het is van oorsprong een oude spirituele techniek die is aangepast aan de moderne tijd met het doel om scherper waar te nemen, ruis in de waarneming te verminderen, te ontspannen en om diepere niveaus van het bewustzijn te bereiken. Dit artikel gaat in op de relevantie van mindfulness voor het bedrijfsleven. Op welke wijze kunnen we beide met elkaar verbinden en waar ontmoeten beide werelden van spiritualiteit en materie elkaar? Mindfulness is uitgebreid onderzocht in hersenonderzoek. Het is een geaccepteerd terrein in het Westen omdat het los staat van religie, wetenschappelijk is bewezen effectief te zijn en omdat het multidimensioneel is. Het wordt veel toegepast in het onderwijs, de sportwereld en recentelijk ook in het bedrijfsleven. In dit artikel behandel ik wat mindfulness is en hoe het bruikbaar kan worden gemaakt voor het bedrijfsleven.
2012, Part of book or chapter of book (, pp. 105-119)De doelstelling van dit artikel is tweeledig. Ten eerste wil ik een kijkje in de keuken geven naar de vraagstukken die mij, als docent Engels bij het instituut International Business & Communication, het meest intrigeren, en die raken aan zich snel ontwikkelende (en soms controversiële) thema’s binnen mijn vakgebied. Omdat ik mijn lesbevoegdheid niet in Nederland heb behaald heb ik de leergang didactiek gevolgd van het HAN VDO, het opleidingsinstituut van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Ik heb binnen de leergang een onderzoek uitgevoerd over de leerbeleving van meertalige studenten en internationale studenten in de meertalige lesomgeving. Ik meen dat dit ook docenten buiten de talensecties kan interesseren vanwege de huidige HAN-brede verschuiving naar een curriculum en studentenpopulatie met een internationaal georiënteerd karakter. Ik bied in dit artikel een overzicht van de huidige ideeën op het gebied van meertaligheid die mijn onderzoek geïnspireerd hebben, enkele van mijn meest interessante resultaten en de vervolgvragen die het opgeleverd heeft. Ten tweede wil ik, door middel van een duik in het gedachtegoed van reflective practice, beargumenteren dat dergelijk (kleinschalig) onderzoek naar de eigen lespraktijk een sleutelrol kan vervullen in het voorbereiden van docenten op hun rol in de University of Applied Sciences (UAS) die de HAN wil worden, waarin onderzoek als onderdeel van onderwijs een meer centrale plaats in gaat nemen.
2011, Article / Letter to editor (Opleiding en Ontwikkeling, (2011))Inkoopprocessen van opleidingen verlopen steeds gestructureerder. Vooral in de voorbereidende fase van het inkoopproces is voordeel te behalen. We beschrijven hier hoe een Request for Proposal (RFP) goed werkt en bieden een checklist als hulpmiddel.
2010, Article / Letter to editor (Critical Care, vol. 7, iss. 6, (2010), pp. 12-15)Bij patiënten die gereanimeerd zijn, wordt standaard gecontroleerde, milde hypothermie (streeftemperatuur 32-34oC) toegepast bij om verdere hersenschade te beperken. Het koelen gaat gepaard met perifere vasoconstrictie waardoor de huid en de subcutis minder doorbloed zijn. Onderzocht is of de beperkte doorbloeding – in combinatie met een verminderde toepassing van wisselhouding in verband met het beoogd waarborgen van de hemodynamiek – leidt tot meer decubitius en wat eraan gedaan kan worden.
2010, Article / Letter to editor (Critical Care, vol. 2010, iss. 14, (2010), pp. 449)It may be true (but confirmation is required) that adding delirium to a measurement such as the APACHE score is not of value. Clinicians and hospital quality officers should continue to consider early detection of delirium and ongoing delirium detection as an important prognostic tool. Despite shortcomings of various methods to determine the predictive value, our conclusion remains that delirium does not improve the predictive value of the APACHE score.
2012, Article / Letter to editor (Critical Care Medicine, vol. 2012, iss. 40, (2012), pp. 112-119)Prospective 18-month follow-up study to examine the impact of delirium during intensive care unit stay on long-term health-related quality of life and cognitive function in intensive care unit survivors.
2012, Article / Letter to editor (Journal Vehicle System Dynamics, vol. 50, iss. 6, (2012), pp. 939-959)Path tracking driver models assume the observed path deviation ahead of the vehicle to be proportionally transferred to a corrective steering input. The most simple version of such a model includes three parameters, a single preview distance, a steering gain and a delay time, being examined in this paper, in dependency of vehicle properties, driver characteristics, velocity and path. It is shown that, for different and bounded preview lengths, a driver can follow any path with almost the same minimum path error, if the gain is adapted appropriately. The upper boundary is path-dependent but driver and path characteristics have only a minor effect on the resulting relationship between preview length and gain. Consequently, gain and preview length may well vary along some path. This has been examined, experimentally, for different drivers. A too small preview length conflicts with closed-loop stability, explicitly described in terms of vehicle parameters, vehicle speed and driver delay time. The results of this paper provide a basis for enhanced understanding of human driver behaviour.
2017, Part of book or chapter of book ()Das Buch geht von der Erfahrung aus, dass gemeinschaftliches Singen innere Berührungen zulässt, die etwas Heilsames in Bewegung bringen können. Wir sehen das Singen als universales Menschheitsgut. Für Krankheitsbewältigung und Gesundheitsfürsorge sehen wir es als bedeutsame Ressource an. Dabei muss das Singen unserer Auffassung nach im Kontext des Gesundheitssystems sowohl in Bezug auf die innere Haltung und die Angebote der Singleiter und Singleiterinnen reflektiert und wissenschaftlich befragt werden, als auch in Bezug auf die Patientenanliegen und die konkreten Umstände, in denen sich Menschen zum Singen zusammenfinden. Unser Ziel ist es, Singangebote überzeugend zwischen therapeutischen Techniken und Freizeitangeboten zu verorten, Behandler ebenso dafür zu gewinnen wie Patienten und ihre Angehörigen. Der vorliegende Tagungsband spiegelt die Vielfalt wider, welche sich in den Vorträgen auf unseren Jahreskonferenzen zeigt.
2009, Article / Letter to editor (Het Financieele Dagblad, vol. 2009, (2009))De Amerikaanse economisch geograaf Richard Florida ziet de huidige crisis als de grote fundamentele transformatie van onze economie. Hij spreekt van de Great Reset, de grote omschakeling naar een economie die draait om kennis en creativiteit. De auteur van The Rise of The Creative Class hekelt overheden die de uitweg uit de malaise louter zoeken in investeringen in infrastructuur en het overeind houden van bedrijven. “Waar blijft de discussie over talent?” Socialeinnovatie.nu sprak de befaamde hoogleraar en auteur in het Spaanse Pamplona.
2010, Book (monograph) Van verpleegkundigen en verzorgenden wordt steeds vaker gevraagd gegevens over kwaliteit van zorg bij te houden, bijvoorbeeld voor externe partijen als de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en zorgverzekeraars. Steeds meer van deze gegevens komen bovendien beschikbaar via internet en zijn daarmee direct toegankelijk voor cliënten. Verpleegkundigen en verzorgenden geven echter signalen dat het meten een last is en dat er te veel tijd aan op gaat. Dit spanningsveld trok de aandacht van het Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging (LEVV) en vormde aanleiding tot een onderzoek. Het LEVV vroeg zich af welke kwaliteitsindicatoren verpleegkundigen en verzorgenden op dit moment gebruiken en of zij vinden dat deze voldoen.
2011, Book (monograph) Binnen de zorglijn angst- en dwangstoornissen van het UMC Utrecht (Universitair Medisch Centrum Utrecht) bestond de wens een pilot voor dramatherapie te starten waar in spel aan de problematiek van patiënten gewerkt kon worden. Belangrijke doelen hierbij waren onder andere risico’s nemen en gedragsrepertoire uitbreiden. Tijdens deze pilot is een kwalitatief ontwikkelingsonderzoek uitgevoerd met als vraagstelling: 1. Welke functie kan dramatherapie innemen in de behandeling van angst- en dwangstoornissen binnen het gedragstherapeutische kader van het UMC? 2. Wat is een geschikt dramatherapeutisch aanbod (doel, spelvormen, interventies en technieken) dat aansluit bij de behandeling van patiënten met angst- en dwangstoornissen van het UMC? Er is voor verschillende dataverzamelingsmethoden gekozen: participerende observatie, beoordeling door patiënten, interviews met deskundigen en bestudering van literatuur. De resultaten worden in verschillende hoofdstukken aangeboden. Uit de literatuurstudie blijkt dat de verschillende angststoornissen een gemeenschappelijke noemer hebben: als je bang bent voor je eigen angstgevoelens ga je vermijdings-, vlucht- en veiligheidsgedrag ontwikkelen om de angst de baas te worden. Op korte termijn voel je je gerustgesteld, maar op lange termijn werken dit soort gedragingen averechts omdat ze de angstgedachten versterken en omdat ze je bewegingsvrijheid ernstig kunnen inperken. De functie van dramatherapie ligt in het bewerken van het probleemgedrag binnen spel waardoor het vermijdings- en vluchtgedrag doorbroken wordt en de angst vermindert. Vanuit de participerende observatie wordt het probleemgedrag als volgt getypeerd: perfectionisme, faalangst, schaamte en schuldgevoelens, geringe frustratietolerantie, controle behoefte, vermijding gevoelens, overmatige focus op zichzelf en verantwoordelijkheid. Als dramatherapeutische aanpak worden fasen beschreven die een opbouw in moeilijkheidsgraad laten zien om aan de gestelde einddoelen, als gedragsrepertoire uitbreiden en emoties uiten, toe te komen. De fasen worden bij de resultaten samenvattend getypeerd waarbij per fase verschillende casus uitgelicht worden. In de bijlage worden de fasen als product aangeboden waarbij ze nader geconcretiseerd worden. Patiënten beoordelen het vrijplaatskarakter van dramatherapie (gebruik van fictie, geen consequenties) positief waardoor ze risico’s durven te nemen en gedragsalternatieven uitproberen. Deskundigen binnen het UMC zien vooral winst in het eigen kader van dramatherapie waar in een groepsgewijze aanpak de doelen en thema’s van patiënten bewerkt kunnen worden. In de aanbeveling wordt de positie van dramatherapie als ondersteunende interventie (Richtlijn Angststoornissen, 2003) bestreden. Dramatherapie zou als onderdeel van een multidisciplinaire behandeling gezien kunnen worden waarbij het een deel van de behandeling voor zijn rekening neemt. Deze uitspraak wordt onderschreven door dramatherapeuten die ook met angststoornissen werken.
2009, Part of book or chapter of book (, pp. 41-46)Onlangs heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (verder: HvJ EG)1 te Luxemburg antwoord gegeven op de door de Hoge Raad2 gestelde prejudiciële vragen in de zaak Stichting Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing (verder: Stichting). Uit het antwoord van het HvJ EG blijkt dat de koepelvrijstelling van toepassing is, ook al heeft de koepel haar diensten slechts ten behoeve van één of enkele van haar leden verricht. Met deze uitspraak bevestigt het HvJ EG dat haar rechtspraak niet tot doel heeft strikt te worden uitgelegd zodat deze in de praktijk onmogelijk is toe te passen3. Voor de praktijk is hiermee nu duidelijk dat ook individuele diensten aan de leden van een samenwerkingsverband onder de koepelvrijstelling kunnen worden gebracht.
2013, Article in monograph or in proceedings ()In mei 2011 is de kliniek MFC-LVG met 24 klinische plaatsen geopend bij Herlaarhof, Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie te Vught. Dit MFC-LVG heeft een provinciale functie. Ook is er sinds 10 jaar een polikliniek LVB te Vught. Het gaat hierbij om kinderen en jongeren met (een vermoeden van) psychiatrische problematiek en een lichte verstandelijke beperking. Het symposium is bedoeld om u te laten zien hoe kliniek,
polikliniek en onderwijs samenwerken.
2009, Part of book or chapter of book (, pp. 81-88)Om projectsucces op een duurzame wijze te realiseren, is het belangrijk dat betrokken belanghebbenden hun persoonlijke verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van de verschillende resultaten, waarbij zij belang hebben. Zij kunnen ertoe bijdragen dat de verschillende resultaten van projecten beter verankerd raken en daardoor langer beklijven. In het kader van projecten, wil de projectmanager aangesproken worden op zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van het projectresultaat en de opdrachtgever op zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van het organisatieresultaat (Van Aken, Riepma, 2009). Dit aanspreken van elkaar zou idealiter moeten plaatsvinden in dialogen waarin naar oplossingen wordt gezocht voor problemen, die voorafgaand en tijdens de uitvoering van projecten naar boven komen. Belangengroepen beschuldigen en veroordelen elkaar dan niet van nalatigheid, maar voeren verhelderende gesprekken over "probleem/gevolg" en "oorzaak/vervolg". Enkel en alleen vanuit de overtuiging dat de resultaten van het project een duurzame en dus gewenste betekenis hebben voor alle belanghebbenden. Duurzaam in de zin van weinig vergankelijk en lang aanhoudend en gewenst, omdat een weldoordachte en evenwichtige bijdrage wordt geleverd aan sociale, ecologische en economische belangen. Omdat dit, ook in het door ons bepleite Rijnlands/Europese managementdenken niet vanzelfsprekend gebeurt, gaan we in dit artikel op zoek naar nieuwe impulsen. We hebben deze impulsen bewust gezocht in managementpraktijken die meer gespitst zijn op besluitvorming via dialoog dan de huidige praktijken.
2018, Article / Letter to editor (Autisme magazine, iss. Editie 1, voorjaar 2018, (2018), pp. 18-19)Ongeveer een kwart van alle kinderen en volwassenen heeft last van slaapproblemen, waardoor zij overdag minder goed functioneren. Maar bij kinderen en volwassenen met autisme ligt dat percentage tussen de veertig en tachtig procent! Onderzoek kan ons meer inzicht geven in de oorzaken en gevolgen van slaapproblemen bij mensen met autisme én in mogelijke effectieve interventies.
2013, Part of book or chapter of book (, pp. 153-163)Binnen de grafische industrie worden door middel van bewijsnummers het proces van het drukken van tijdschriften gebruikt om de voortgang te volgen. Maar het is interessant om ook de kwaliteit van het gedrukte via die bewijsnummers in de gaten te houden. In dit onderzoek is nagegaan in hoeverre deze combinatie mogelijk is. Hiervoor is het gehele proces voor het drukken van een tijdschrift geanalyseerd en stap voor stap geïnventariseerd wat de problemen waren. Uit brainstormsessies en enquêtes kwam naar voren dat men de indruk heeft dat de reguliere exemplaren op de afdeling nabewerking worden gebruikt voor de productie van de bewijsnummers. De kans op kwalitatief mindere bewijsnummers nam daarmee drastisch toe, en daarmee de kans op klachten. Door integrale kwaliteitszorg in te voeren binnen de gehele keten zal het gehele proces beter en ook sneller gaan verlopen.
2013, Article / Letter to editor (Holland/Belgium Management Review, vol. 2013, iss. 147, (2013), pp. 52-59)Succesvol ondernemerschap hangt in creatieve sectoren af van de economische waarde en de culturele winst die worden gegenereerd. Bestaat tussen deze twee succescriteria een tegenstelling of uitruil - en is er ook een co-evolutionair perspectief mogelijk?
2016, Article / Letter to editor (Zorg + Welzijn. Platform voor Sociale Professionals, vol. 2010, iss. 6, (2016), pp. 38-39)De Participatieladder biedt een gemeenschappelijke taal aan gemeente en instellingen die zich bezighouden met de participatie van social kwetsbare mensen. Sinds de introductie maakt de reeks instellingen in de region Noord-Veluwe er gebruik van. En dat levert veel op, bijvoorbeeld voor dak- en thuislozen.
2015, Article / Letter to editor (Tijdschrift voor Lerarenopleiders, vol. 36, iss. 2, (2015), pp. 59-75)Economische en maatschappelijke ontwikkelingen vragen om een kwaliteitsverbetering van het onderwijs en om dat te bewerkstelligen hebben lerarenopleidingen binnen de hogescholen een onderzoekstaak gekregen. Voor een succesvolle implementatie van de onderzoekstaak lijkt professionalisering van lerarenopleiders een belangrijke voorwaarde. Docenten worden aangemoedigd een hogere opleidingsgraad te halen door het volgen van een masteropleiding of door te promoveren. Vooral promoveren betekent een onderdompeling in de academische wereld die anders is dan de professionele wereld waarin leraren opgeleid worden. Lerarenopleiders die gaan promoveren overschrijden daarmee de traditionele grenzen tussen het hbo en de academische wereld. Hun onderdompeling in de academische wereld is ook van invloed op hun professionele identiteit. Dit artikel gaat over de professionele identiteit - en de daarop van invloed zijnde omstandigheden - van lerarenopleiders die het opleiden van leraren hebben gecombineerd met een promotieonderzoek. Bij het onderzoek zijn vijftien lerarenopleiders van pabos en tweedegraads lerarenopleidingen in Nederland betrokken die in de afgelopen tien jaar zijn gepromoveerd. Onderzocht is hoe zij het werken aan hun promotieonderzoek hebben ervaren en wat dat betekent voor hun professionele identiteit. Uit de resultaten blijkt dat er voor de lerarenopleiders die zijn gepromoveerd veel is veranderd; zij zijn naar eigen beleving onderzoekende en daardoor betere opleiders geworden. De lerarenopleiding waarin ze blijven werken, is echter (nog) niet mee veranderd. Het promotieonderzoek van een medewerker levert voor de praktijk bruikbare, relevante kennis en een hoger opgeleide medewerker waar de lerarenopleiding niet vanzelfsprekend gebruik van maakt.
2011, Article / Letter to editor (Tijdschrift voor Ontwikkeling in Organisaties, (2011))De hbo-bachelor Opleidingskunde, training & human development is in vele opzichten een unieke opleiding. Uniek zijn in ieder geval de mensen in ons team, met zeer uiteenlopende praktijkervaring, verschillende persoonlijkheden en eigen(wijze) ideeën. Om die - vaak impliciete - ideeën inzichtelijk te maken, hebben we een eigen visie op het HRD-vak ontwikkeld. Met die visie willen we voor onszelf, voor studenten en voor ons werkveld verhelderen hoe wij het HRD-vak zien. De visie dient ook als kompas voor ons onderwijs; Doen we de juiste dingen? We starten dit artikel met onze visie. Daarna geven we een samenvatting van de reacties op deze visie van Joseph Kessels (hoogleraar HRD aan de Universiteit Twente en hoogleraar Opleidingskundig Leiderschap aan de Open Universiteit), Gertjan Schuiling (oud-HAN lector en consultant bij Thierry & Schuiling) en Ger Driesen (HRD-expert en eigenaar van Challenge Stretching Talent).
2012, Article / Letter to editor (European Journal of Preventive Cardiology, vol. 19, iss. 4, (2012), pp. 795-803)BACKGROUND: Advantages of outpatient exercise training are reduced waiting lists, better compliance, reduced time investment by the patient with reduced travel expenses, and less dependence on other people to participate. Therefore, this systematic review studies the effects of outpatient exercise training programmes compared with usual care on exercise capacity, exercise performance, quality of life, and safety in patients with chronic heart failure. DESIGN: Systematic review with meta-analysis. METHODS: Randomized controlled trials concerning patients with chronic heart failure, with a left ventricular ejection fraction ≤40%, were included. A meta-analysis was performed. RESULTS: Twenty-two studies were included. VO(2)max, 6-min walking test, and quality of life showed significant differences in favour of the intervention group of 1.85 ml/kg/min, 47.9 m, and 6.9 points, respectively. In none of the studies, a significant relationship was found between exercise training and adverse events. CONCLUSION: This meta-analysis illustrates the efficacy and safety of outpatient training programmes for patients with chronic heart failure.
2010, Article / Letter to editor (Learning and Instruction, vol. 20, iss. 4, (2010), pp. 270-279)Despite the popularity of peer assessment (PA), gaps in the literature make it difficult to describe exactly what constitutes effective PA. In a literature review, we divided PA into variables and then investigated their interrelatedness. We found that (a) PAs psychometric qualities are improved by the training and experience of peer assessors; (b) the development of domain-specific skills benefits from PA-based revision; (c) the development of PA skills benefits from training and is related to students thinking style and academic achievement, and (d) student attitudes towards PA are positively influenced by training and experience. We conclude with recommendations for future research.
2009, Article / Letter to editor (Assessment and Evaluation in Higher Education, vol. 34, iss. 5, (2009), pp. 491-498)This study investigates the effects of a competency-oriented course and the effects of feedback training on students’ reflection skills. Thirty-one nursing students enrolled in a conventional course with lectures and assignments following a traditional test. Subsequently, they enrolled in a competency-oriented course, which included more performance-oriented tasks based on competencies and a performance-based assessment. In both courses, half of the students received feedback on their assignments from tutors who were trained in feedback skills (experimental group), while the other half of the students received feedback from non-trained tutors (control group). After each course, all students wrote a reflection report. Results show that students’ reflection reports after the competency-oriented course were of a higher quality than the reports after the conventional course. Contrary to our expectations, the quality of the reflection reports of the control group (students supervised by non-trained tutors) was significantly higher than the quality of reflection reports of the experimental group (students supervised by trained tutors). This study shows that a competency-oriented design of courses enhances students’ reflection skills, but that the training in feedback skills needs to be reconsidered.
2015, Article / Letter to editor (Didactief, vol. 2015, iss. September, (2015), pp. 46-47)Onderzoek naar beleving van het 5-gelijke dagen model door kinderen. Vanuit het Kenniscentrum Kwaliteit van Leren is onderzocht wat kinderen vinden van alternatieve schoolroosters. Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van een vragenlijst en opstellen gemaakt door kinderen. Het blijkt dat de kinderen van groep 5 tot en met 8 heel tevreden zijn over dit rooster. Minpuntjes die genoemd worden zijn: als je op school eet, krijg je nooit iets bijzonders tussen de middag. Thuis is er nog af en toe een tosti of zo. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Optimus, een groot schoolbestuur in Brabant. Twaalf scholen van Optimus hebben aangepaste schooltijden. Wat de kinderen betreft kunnen de andere scholen ook wel overstappen.
2010, Part of book or chapter of book (, pp. 145-146)Ter Gelegenheid van het verkrijgen van de Status van Emeritus hoogleraar van Richard Grol. Oplage 1250 exemplaren.
2010, Article / Letter to editor (Critical Care, vol. 2010, iss. 14, (2010), pp. R81)Effects of systemic inflammation on cerebral function are not clear, as both inflammation-induced encephalopathy as well as stress-hormone mediated alertness have been described. Experimental endotoxemia (2 ng/kg Escherichia coli lipopolysaccharide [LPS]) was induced in 15 subjects, whereas 10 served as controls. Cytokines (TNF-a, IL-6, IL1-RA and IL-10), cortisol, brain specific proteins (BSP), electroencephalography (EEG) and cognitive function tests (CFTs) were determined. Short-term systemic inflammation does not provoke or explain the occurrence of septic encephalopathy, but primarily results in an inflammation-mediated increase in cortisol and alertness.
2013, Dissertation The last hundred years witnessed a massive development of technology for road transportation of individuals and goods. These developments brought freedom to live at distance from work, quick responding emergency services and goods from all over the world available in our shops at competitive prices. Horse and donkey are replaced by cars and trucks with climate control, navigation and airbags. That these benefits are appreciated is demonstrated by the observation that peak car is not reached yet: As indicated in figure 1.1, worldwide, the number of cars is still growing. Unfortunately, these widely appreciated benefits come at a price. Oil is the main motor of our transportation but the crude oil reserves decrease rapidly. As a result prices per barrel increase, and discussions arise to prioritize the use of oil to its application as raw material instead of as fuel.
2014, Article / Letter to editor (International Journal of Business and Globalisation, vol. 13, iss. 4, (2014), pp. 502-518)We present insights from literature on enterprising behaviour and competence followed by an application of the competence perspective. Data collection is based on the critical incident technique among 205 entrepreneurs. The study shows how entrepreneurial behaviour benefits from an integrating competence perspective, underlining that entrepreneurs do need different competences related to different outcomes in their entrepreneurial endeavours. An additional study was done to test a survey on competence dimensions that were developed based on the findings of the CIT. The survey shows five competence dimensions. Entrepreneurial behaviour is not about learning a single set of competences, it is rather an integrating system of competences. Some of them can be taught, while others need to be experienced and tried out.
2013, Article in monograph or in proceedings (Cinet 2013)As more and more research work is dedicated to the concept of entrepreneurial behaviour, more attention is also given to the teaching or training of such behaviour. In this paper we argue that a new integrative management approach, labeled as "gyroscopic management" (Vinke & Orhei, 2010, 2012), is one of the ways to stimulate, educate and train such behaviour among the representatives of the so-called Generation Y. In order to create evidence of such presumption we present the first data obtained as part of a grounded action research which started in January.