2011, Book (monograph) In dit onderzoek staat de onderzoeksvraag centraal: is het mogelijk tot een consensus-based document te komen voor dramatherapie met angststoornissen? Dit onderzoek is een vervolg op een ontwikkelingsonderzoek uit 2005 waarin ik het fasenmodel van Emunah aanbeveel voor dramatherapie bij angststoornissen. Het ontwikkelingsonderzoek beperkte zich tot het werk van één dramatherapeut met een open groep met sociale angst, paniek- en dwangstoornissen. Dit consensus-based onderzoek is breder van opzet. Voor dit onderzoek zijn 8 dramatherapeuten geïnterviewd die met angststoornissen werken, waarbij alle angststoornissen aan bod komen, dus ook de posttraumatische stressstoornis (PTSS). Er zijn verschillende dataverzamelingstechnieken gebruikt om de ervaringskennis van deze professionals zo goed mogelijk te expliciteren en te beschrijven. Hierbij komen alle vormen van dramatherapie aan de orde: open en gesloten groepen en individuele therapie. Deze beschrijvingen zijn geabstraheerd tot behandelproducten die op te vatten zijn als best practices. Het voordeel van behandelproducten is dat je de concrete praktijk kan abstraheren tot algemeen geldende uitspraken. Een nadeel is dat het soms nog maar weinig zegt over die praktijk. Vandaar dat ik de behandelproducten demonstreer met levendige en waarheidsgetrouwe procesbeschrijvingen die tot de verbeelding spreken en tesamen een soort handboek vormen voor dramatherapie met angststoornissen. Dit handboek vormt de basis voor het consensus-based document en biedt tevens veel inspiratie voor dramatherapeuten. In dit onderzoek worden ook de behandelingsvisies beschreven van de verschillende klinieken die van invloed zijn op de dramatherapeutische aanpak. Allereerst natuurlijk de cognitieve gedragstherapie (CGT) die in de multidisciplinaire richtlijn wordt aanbevolen. Gedurende het onderzoek bleek dat de acceptatie- en commitment-therapie (ACT) steeds meer in opmars is bij de aanpak van angststoornissen. Daarnaast is de schemagerichte therapie (SGT) ook groeiende bij angststoornissen. Verschillende dramatherapeutische werkvormen komen aan bod die geïnspireerd zijn op één van deze behandelingsvisies. Na analyse van het bovenstaande materiaal was het mogelijk tot de beschrijving van het consensus-based document te komen. Hierin zijn aspecten van de behandelingsvisies terug te vinden als gevoelens leren verdragen en negatieve cognities bewerken tot positieve cognities. Verder staat in dramatherapie het doorbreken van het vermijdingsgedrag centraal waarbij gezonde kanten versterkt worden en cliënten hun gedragsrepertoire leren uitbreiden. De kerngroep van dramatherapeuten beschouwde de fasenindeling van Emunah als een bruikbare dramatherapeutische richtlijn in het werken met angststoornissen, waarbij alle fasen aan bod komen afhankelijk van de vorm van de therapie, de specifieke angststoornis en het proces waarin de cliënten zich bevinden. Dit consensus-based onderzoek biedt een goed uitgangspunt voor een verdere effectstudie en biedt daarmee een bijdrage tot het evidence-based werken.
594931 De Hospital Standardized Mortality Ratio (HSMR) is een manier om gestandaardiseerde sterfteratio van ziekenhuizen te berekenen. Een hoge HSMR heeft signalerende waarde voor medische specialisten om verbeterinitiatieven in te voeren. Daarnaast heeft de HSMR als doel om vanuit publiek oogpunt transparantie van medische uitkomsten van ziekenhuizen te bewerkstelligen.
2011, Book (monograph) Binnen de zorglijn angst- en dwangstoornissen van het UMC Utrecht (Universitair Medisch Centrum Utrecht) bestond de wens een pilot voor dramatherapie te starten waar in spel aan de problematiek van patiënten gewerkt kon worden. Belangrijke doelen hierbij waren onder andere risico’s nemen en gedragsrepertoire uitbreiden. Tijdens deze pilot is een kwalitatief ontwikkelingsonderzoek uitgevoerd met als vraagstelling: 1. Welke functie kan dramatherapie innemen in de behandeling van angst- en dwangstoornissen binnen het gedragstherapeutische kader van het UMC? 2. Wat is een geschikt dramatherapeutisch aanbod (doel, spelvormen, interventies en technieken) dat aansluit bij de behandeling van patiënten met angst- en dwangstoornissen van het UMC? Er is voor verschillende dataverzamelingsmethoden gekozen: participerende observatie, beoordeling door patiënten, interviews met deskundigen en bestudering van literatuur. De resultaten worden in verschillende hoofdstukken aangeboden. Uit de literatuurstudie blijkt dat de verschillende angststoornissen een gemeenschappelijke noemer hebben: als je bang bent voor je eigen angstgevoelens ga je vermijdings-, vlucht- en veiligheidsgedrag ontwikkelen om de angst de baas te worden. Op korte termijn voel je je gerustgesteld, maar op lange termijn werken dit soort gedragingen averechts omdat ze de angstgedachten versterken en omdat ze je bewegingsvrijheid ernstig kunnen inperken. De functie van dramatherapie ligt in het bewerken van het probleemgedrag binnen spel waardoor het vermijdings- en vluchtgedrag doorbroken wordt en de angst vermindert. Vanuit de participerende observatie wordt het probleemgedrag als volgt getypeerd: perfectionisme, faalangst, schaamte en schuldgevoelens, geringe frustratietolerantie, controle behoefte, vermijding gevoelens, overmatige focus op zichzelf en verantwoordelijkheid. Als dramatherapeutische aanpak worden fasen beschreven die een opbouw in moeilijkheidsgraad laten zien om aan de gestelde einddoelen, als gedragsrepertoire uitbreiden en emoties uiten, toe te komen. De fasen worden bij de resultaten samenvattend getypeerd waarbij per fase verschillende casus uitgelicht worden. In de bijlage worden de fasen als product aangeboden waarbij ze nader geconcretiseerd worden. Patiënten beoordelen het vrijplaatskarakter van dramatherapie (gebruik van fictie, geen consequenties) positief waardoor ze risico’s durven te nemen en gedragsalternatieven uitproberen. Deskundigen binnen het UMC zien vooral winst in het eigen kader van dramatherapie waar in een groepsgewijze aanpak de doelen en thema’s van patiënten bewerkt kunnen worden. In de aanbeveling wordt de positie van dramatherapie als ondersteunende interventie (Richtlijn Angststoornissen, 2003) bestreden. Dramatherapie zou als onderdeel van een multidisciplinaire behandeling gezien kunnen worden waarbij het een deel van de behandeling voor zijn rekening neemt. Deze uitspraak wordt onderschreven door dramatherapeuten die ook met angststoornissen werken.