2013, Article / Letter to editor (Holland/Belgium Management Review, vol. 2013, iss. 147, (2013), pp. 52-59)Succesvol ondernemerschap hangt in creatieve sectoren af van de economische waarde en de culturele winst die worden gegenereerd. Bestaat tussen deze twee succescriteria een tegenstelling of uitruil - en is er ook een co-evolutionair perspectief mogelijk?
2012, Article / Letter to editor (Holland Management Review & Belgium Management Review, vol. 2012, iss. 146, (2012), pp. 37-42)Sinds de afschaffing van de Beeldende Kunstenaarsregeling (BKR) in 1987 moet de kunstenaar zich steeds meer als zelfstandig ondernemer organiseren. Toch is ondernemerschap voor veel creatieven nog steeds vooral een noodzakelijk kwaad om creatieve doelen te bereiken. Het gevolg is een weinig professionele invulling van het ondernemerschap die het creatief succes bedreigt. In hoeverre wijkt creatief ondernemerschap af van ‘gewoon’ ondernemerschap? Creatieven definiëren zich zelden als ondernemers omdat ze hun culturele toegevoegde waarde doorgaans belangrijker vinden dan de economische. Pleidooi voor aandacht voor de samenhang en wisselwerking tussen ‘culturele winst’ en ‘economische waarde’.
2012, Part of book or chapter of book (, pp. 9-27)In allerlei wetenschappen is het ‘veralgemeend darwinisme’ inmiddels een overkoepelend paradigma waarmee verschillende disciplines met elkaar communiceren. In de sociale wetenschappen blijft de darwinistische evolutionaire theorie echter een bijna onbeduidende minderheidsstroming. Een verkenning van zowel de mogelijke bijdrage van deze theorie aan de bedrijfskunde als enkele traditionele vooroordelen ertegen en de meer simplistische benaderingen die het zicht op de echte waarde ervan kunnen vertroebelen.
2012, Article / Letter to editor (Organza News, vol. 2012, iss. 7, (2012), pp. 2-3)In the Netherlands the creative sector has been selected as one of the nine top sectors of the economy which the country wants to prioritise for development. In this framework the Dutch government has recently compiled a policy document, ambitiously stating that the Netherlands should become the most creative economy in Europe by 2020. I must say that I am not always happy with this typical habit of policy makers nowadays to translate every ambition in sports terms. However, if it must be done, it is crucial to use the right yardstick. So I posed the question: “which economy is the most creative now, and what can we learn from it?”
2012, Article / Letter to editor (Organza News, vol. 2012, iss. 9, (2012), pp. 2-4)In February 2007, I published a short review of the biography Jane Jacobs: Urban Visionary, in the Dutch weekly Intermediair. It began as follows: “The Jacobses are a close-knit, productive family. The most famous at this moment is perhaps my cousin Marc, chief designer for Louis Vuitton. My uncles Aad and Georges made a career for themselves in Dutch and Belgian business circles. The name of great-uncle Edgard P. might ring a bell among comic strip fans as the author of the renowned Blake & Mortimer series. But the one I’m most proud of is my American-Canadian great-aunt Jane who died last year.” I thought I had laid it on so heavily that nobody would believe that I was related to all these famous Jacobses. But people did believe it! I even received an email from a fellow professor from Delft, who was very impressed by the fact that I was related to the famous Jane Jacobs: “What a small world it is….”
2012, Article / Letter to editor (Opleiding en Ontwikkeling, vol. 25, iss. 5, (2012), pp. 21-26)Van een goed spel valt veel te leren. Op zoek naar aantrekkelijke en effectieve manieren van leren wordt er binnen organisaties de laatste jaren ervaring opgedaan met het inzetten van speciaal ontwikkelde computergames, onder de naam Serious Gaming. Wat zijn Serious Games en hoe kunnen zij een bijdrage leveren aan het leren in organisaties?
2012, Article / Letter to editor (Organza News, vol. 2012, iss. 6, (2012), pp. 2-3)In the framework of the Organza project, an international seminar on coaching creative entrepreneurship was held on November 8 in Arnhem, the Netherlands. The main issue focused on the question to what extent coaching creative entrepreneurship is different from coaching ‘ordinary’ entrepreneurship. Our research at ARCCI has shown that creative people are more entrepreneurial than average, but in many cases don’t define themselves as entrepreneurs. As a consequence, many creative professionals do not manage their business as professionally as they should.
2011, Article / Letter to editor (Tijdschrift voor Beleid, Politiek en Maatschappij, vol. 38, iss. 2, (2011), pp. 218-223)Nadat het RSV-concern, een scheepsbouwbedrijf dat met overheidsgeld jarenlang overeind was gehouden, in 1983 failliet ging, was industriebeleid meer dan twintig jaar een taboe in het Nederlandse economische beleid. Sinds enkele jaren wordt het woord industriebeleid evenwel weer geregeld in positieve zin in de mond genomen, in pleidooien voor of zelfs aankondigingen van een ‘nieuw industriebeleid’. Is er inderdaad sprake van nieuw industriebeleid en zo ja, bestaat er een legitimatie voor? Het antwoord is nee en ja: heel nieuw is het nieuwe industriebeleid niet en onder bepaalde voorwaarden is het niet enkel legitiem, maar ook gewenst.
2010, Article / Letter to editor (Organza News, iss. 2, (2010), pp. 6-8)The past few months have involved becoming acquainted and more familiar with the creative industries in the various regions of the Organza partners. Dany Jacobs (ARCCI – Arnhem Centre for Creative Economy and Innovation) reports. I had already known for some time that both Nottingham and Treviso were located in particularly innovative regions, and this is why I did everything I could to involve them in this project when we started preparing the Organza project. In September and October, together with a number of people from various Organza partners, we visited Nottingham and Treviso and what we saw there confirmed beyond any doubt that this reputation for innovation was well-deserved.
2010, Article / Letter to editor (Holland Management Review & Belgium Management Review, vol. 2010, iss. 132, (2010), pp. 68-70)Boekbespreking van "Uit het harnas! Vier wegen naar authentiek en verantwoord leiderschap." van Paulien Assink. Uitgeverij Business Contact / Het Financieele Dagblad, Amsterdam, 2006. ISBN: 9047001214.
2010, Article / Letter to editor (Holland Management Review & Belgium Management Review, vol. 2010, iss. 132, (2010), pp. 8-17)De beleidsdiscussies over kennis en innovatie worden gedomineerd door dogma’s en axioma’s die zelden geëxpliciteerd worden. Het is daarom goed om bij het begin te beginnen. In 29 observaties schetst Dany Jacobs hoe de wereld van innovatie eruit ziet en welk soort kennis daarbij vereist is. Wat betekent tenslotte een en ander voor de organisatie van onderzoek en onderwijs? Bij ‘Innovatie’ gaat het bijvoorbeeld niet enkel over nieuwe producten en meer efficiënte productieprocessen, maar steeds meer vooral om transactie-innovatie: het onder de aandacht brengen van al die mooie innovaties en het soepeler laten verlopen van economische transacties. Minstens zo belangrijk als technologische kennis is daarom ook kennis over consumentengedrag en de werking van de economie en daarvoor noodzakelijke institutionele vernieuwing. Alfa- en gammakennis zijn dan ook minstens zo noodzakelijk als bètakennis. Voor het ‘Onderzoek’ betekent dit dat niet enkel moet ingezet worden op monodisciplinaire dieptespecialisatie, maar ook op probleem gestuurde combinatiekennis. Voor het ‘Onderwijs’ betekent dit vooral dat we professionals niet enkel tot supergespecialiseerde, monodisciplinaire ‘kopspelden’ moeten opleiden (die op een terrein heel sterk de diepte in gaan), maar vooral ook multidisciplinaire ‘punaises’: mensen die genoeg afweten van verschillende vakgebieden om toepassingsgericht bruggen te kunnen slaan waar die nodig zijn.
2009, Article / Letter to editor (Holland Management Review & Belgium Management Review, vol. 2009, iss. 124, (2009), pp. 40-46)Hoe kunnen managers de kansen op succesvolle innovatie vergroten? Voor het antwoord op die vraag zijn de auteurs te rade gegaan bij een twintigtal Nederlandse ondernemingen en organisaties die bekend zijn door hun herhaalde successen op het terrein van innovatie; ondernemingen die kennelijk een succesvolle innovatieroutine hebben weten op te bouwen. Achter die innovatieroutine ontdekten ze tien disciplines waarin deze bedrijven en organisaties uitblinken. Dat levert het concept op van de innovatietienkamp: tien heel verschillende disciplines of beleidsterreinen waarop ondernemingen hoog moeten scoren om blijvend succesvol te innoveren. Aan managers de taak om ervoor te zorgen dat hun onderneming op alle disciplines hoog scoort, want één slecht resultaat kost het kampioenschap.
2009, Article / Letter to editor (Economisch Statistische Berichten (ESB), vol. 2009, iss. april, (2009), pp. 218-219)In 2004 werden door het Nederlandse Innovatieplatform (IP) vier sleutelgebieden aangewezen waar Nederland prioritair op zou inzetten. Dit betekende een behoorlijke omslag in het beleid, aangezien in dit land traditioneel grote weerstand bestaat tegen sectorspecifiek innovatiebeleid. Met deze keuze werd invulling gegeven aan het principe backing winners. Daarbij probeert men de bewezen sterke specialisaties van een land toekomstgericht verder te versterken. In tegenstelling tot de commissie-Wagner die in 1981 een soortgelijk voorstel deed, werd deze keer niet uitgegaan van objectieve criteria (Commissie Wagner, 1981). Er werd gekozen voor een bottom-up-benadering. Iedereen mocht mogelijke sleutelgebieden onder de aandacht brengen. Dat leidde tot niet minder dan 113 inzendingen.
2008, Article / Letter to editor (ESB, vol. 2008, iss. maart, (2008), pp. 151-153)In dit artikel wordt Floridas begrip van de creatieve klasse bekeken en de kwantificering daarvan. Die wordt geconfronteerd met enkele andere Nederlandse benamingen die voor een groot deel aan hetzelfde euvel leiden: men is creatief of men is het niet. Daartegenover stellen we een meer nuancerende, fuzzy benadering waarmee we een eigen berekening maken van het creatieve gehalte van de Nederlandse economie.