2012, Article / Letter to editor (Annals of Intensive Care, vol. 2, iss. 1, (2012))Rapid response systems (RRSs) are considered an important tool for improving patient safety. We studied the effect of an RRS on the incidence of cardiac arrests and unexpected deaths. Retrospective before- after study in a university medical centre. We included 1376 surgical patients before (period 1) and 2410 patients after introduction of the RRS (period 2). Outcome measures were corrected for the baseline covariates age, gender and ASA.
2012, Article / Letter to editor (Netherlands Journal of Critical Care, vol. 16, iss. 6, (2012), pp. 195-199)The implementation of rapid response systems (RRS) is based on the knowledge that deteriorating physiological processes are frequently present for hours or days before clear clinical deterioration is recognized [1,2]. It is assumed that this physiological deterioration is often treatable and that treatment will have greater effect when initiated early [3]. The RRS consists of an afferent limb, including “crisis detection” and “response triggering” and an efferent limb, the rapid response team (RRT) [4]. Even though robust evidence to support the effectiveness of the RRS is lacking [5-10] the system has been implemented worldwide. For example, Dutch hospitals are required to implement a patient safety programme including an RRS before 2013 [11]. This article explores the reasons why it is so difficult to prove the effectiveness of an RRS. We discuss the study designs that have been used and the various outcome measures in order to estimate the effects of an RRS. Finally, we make suggestions for future research.
2011, Article / Letter to editor (TVZ : verpleegkunde in praktijk en wetenschap, vol. 26, (2011))DOEL. Consensus verkrijgen over het mobiliseren van patiënten op de intensive care (IC) qua definitie, hoofd- en specifieke doelstellingen, verrichtingen, frequentie, indicaties en contra-indicaties. METHODE. Een expertgroep van verpleegkundigen, fysiotherapeuten en artsen van IC-afdelingen van Nederlandse ziekenhuizen is samengesteld volgens de quotamethode. Een Delphi-onderzoek is uitgevoerd onder de expertgroep (n = 64). De mate van consensus over de aspecten van het mobiliseren werd vastgesteld in drie rondes (= 75%: overtuigende consensus, 60 tot 75%: consensus, < 60%: geen consensus). RESULTAAT. De respons op de drie ronden bedroeg respectievelijk 87,5% (n = 56), 87,5% (n = 57) en 76,5% (n = 49). (Overtuigende) consensus is bereikt over de definitie, de hoofddoelen, dertien van de negentien specifieke doelen, acht van de tien verrichtingen, de frequentie van het positioneren (minstens tweemaal per dag) en van het oefenen en transfers (tweemaal per dag). Overtuigende consensus is bereikt over de indicatie van het mobiliseren (iedere patiënt mits een contra-indicatie). (Overtuigende) consensus is bereikt over verhoogde intracraniale druk, hemodynamische instabiliteit en instabiele wervelfracturen als contra-indicaties voor het mobiliseren. (Overtuigende) consensus is bereikt voor respiratoire instabiliteit, saturatiegraad, FiO2, open thorax en verstoring van cerebrale functies (met vermelding van grenswaarden) als contra-indicaties voor transfers. CONCLUSIE. De resultaten van dit onderzoek vormen de eerste aanzet tot het ontwikkelen van een multiprofessionele richtlijn over het mobiliseren van beademde patiënten op de IC. Aanbevelingen zijn gedaan voor de revalidatie van patiënten na ontslag van de IC en uit het ziekenhuis.
2011, Article / Letter to editor (Scandinavian Journal of Trauma, Resuscitation and Emergency Medicine, vol. 21, iss. 9, (2011))A gap between guidelines or protocols and clinical practice often exists, which may result in patients not receiving appropriate care. Therefore, the objectives of this systematic review were (1) to give an overview of professionals’ adherence to (inter)national guidelines and protocols in the emergency medical dispatch, prehospital and emergency department (ED) settings, and (2) to explore which factors influencing adherence were described in studies reporting on adherence. PubMed (including MEDLINE), CINAHL, EMBASE and the Cochrane database for systematic reviews were systematically searched. Reference lists of included studies were also searched for eligible studies. Identified articles were screened on title, abstract and year of publication (=1990) and were included when reporting on adherence in the eligible settings. Following the initial selection, articles were screened full text and included if they concerned adherence to a (inter)national guideline or protocol, and if the time interval between data collection and publication date was <10 years. Finally, articles were assessed on reporting quality. Each step was undertaken by two independent researchers. Thirty-five articles met the criteria, none of these addressed the emergency medical dispatch setting or protocols. Median adherence ranged from 7.8-95% in the prehospital setting, and from 0-98% in the ED setting. In the prehospital setting, recommendations on monitoring came with higher median adherence percentages than treatment recommendations. For both settings, cardiology treatment recommendations came with relatively low median adherence percentages. Eight studies identified patient and organisational factors influencing adherence. The results showed that professionals’ adherence to (inter)national prehospital and emergency department guidelines shows a wide variation, while adherence in the emergency medical dispatch setting is not reported. As insight in influencing factors for adherence in the emergency care settings is minimal, future research should identify such factors to allow the development of strategies to improve adherence and thus improve quality of care.
2010, Book (monograph) Van verpleegkundigen en verzorgenden wordt steeds vaker gevraagd gegevens over kwaliteit van zorg bij te houden, bijvoorbeeld voor externe partijen als de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en zorgverzekeraars. Steeds meer van deze gegevens komen bovendien beschikbaar via internet en zijn daarmee direct toegankelijk voor cliënten. Verpleegkundigen en verzorgenden geven echter signalen dat het meten een last is en dat er te veel tijd aan op gaat. Dit spanningsveld trok de aandacht van het Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging (LEVV) en vormde aanleiding tot een onderzoek. Het LEVV vroeg zich af welke kwaliteitsindicatoren verpleegkundigen en verzorgenden op dit moment gebruiken en of zij vinden dat deze voldoen.
2010, Article / Letter to editor (TVZ : verpleegkunde in praktijk en wetenschap, vol. 2010, (2010), pp. 42-46)Op de pijnpoli van de Alysis Zorggroep te Arnhem vraagt de arts tijdens het consult aan de patient naar diens medicijngebruik. Dit kost tijd en patienten weten hun medicatie vaak niet volledig op te sommen of goed te beschrijven. Het afleveroverzicht van de openbare apotheek geeft slechts de afgeleverde recepten weer. Om de overdracht van medicatiegegevens te verbeteren werd een pilotonderzoek uitgevoerd met als vraagstelling of een Actueel Medicatieoverzicht (AMO) dat door de patient thuis wordt ingevuld een juister overzicht iedt van het daadwerkelijk medicijngebruik dan de huidige werkwijze. Het gerandomiseerde onderzoek met controlegroep werd in de periode mei tot en met juli 2008 uitgevoerd op de pijnpoli van de Alysis Zorggroep te Arnhem.
2010, Article / Letter to editor (TVZ : verpleegkunde in praktijk en wetenschap, vol. 2010, (2010), pp. 38-39)Verstoringen tijdens het uitvoeren van een taak hebben een negatieve invloed op het geheugen. Dit geldt ook voor medicatie klaarmaken en toedienen.
2010, Part of book or chapter of book (, pp. 25-29)Fouten maken is menselijk. Zelfs in de zorg. Veel hulpverleners zijn bang om fouten te maken omdat fouten kunnen leiden tot incidenten met soms ernstige gevolgen voor de patiënt. Elk incident is een drama, zowel voor de patiënt als voor de betrokken hulpverleners. Met Patiëntveiligheid, Systematische Incident Reconstructie en Evaluatie (SIRE) kunnen incidenten worden onderzocht en geanalyseerd, en kunnen maatregelen worden bedacht die de kans op soortgelijke incidenten in de toekomst verkleinen. Voor medici, verpleegkundigen, paramedici en leidinggevenden hét middel om op gestructureerde wijze te leren van ongewenste gebeurtenissen in de gezondheidszorg.
2010, Part of book or chapter of book (, pp. 52-53)Liber amicorum voor Peter Koopman: ter gelegenheid van zijn afscheid van Dimence uitgereikt op 12 april 2010
2010, Part of book or chapter of book (, pp. 145-146)Ter Gelegenheid van het verkrijgen van de Status van Emeritus hoogleraar van Richard Grol. Oplage 1250 exemplaren.
2009, Article / Letter to editor (Netherlands Journal of Critical Care, vol. 13, iss. 4, (2009), pp. R131)In critically ill patients, delirium is a serious and frequent disorder that is associated with a prolonged intensive care and hospital stay and an increased morbidity and mortality. Without the use of a delirium screening instrument, delirium is often missed by ICU nurses and physicians. The effects of implementation of a screening method on haloperidol use is not known. The purpose of this study was to evaluate the implementation of the confusion assessment method-ICU (CAM-ICU) and the effect of its use on frequency and duration of haloperidol use.
2009, Article / Letter to editor (TVZ : verpleegkunde in praktijk en wetenschap, vol. 2009, (2009), pp. 38)Vlak na een operatie of bij sommige ziektes kunnen patiënten problemen hebben met de opname van voedsel doordat hun maag of slokdarm niet goed werkt. Het kan dan nodig zijn hen te voeden via een nasojejunum voedingssonde. De indicaties hiervoor zijn opgenomen in richtlijnen. De onderzoekers gingen na of de richtlijnen in de praktijk ook gevolgd werden.
2009, Article / Letter to editor (International Journal of Nursing Studies, vol. 46, iss. 9, (2009), pp. 1256-1264)Implementation of innovations is a complex and intensive procedure in which different strategies can be successful. In nursing, strategies often focus on intrinsic motivation, competencies and attitudes of individual nurses while ignoring the social context. Since nurses often work in teams, identifying relevant team characteristics and successful team directed strategies may contribute to the implementation of innovations. The literature was searched for evidence. Few studies and little evidence were found for the relevance of team characteristics and team directed strategies in the implementation of nursing innovations. Feedback was most frequently used as a strategy. Leadership could be labeled as a team characteristic as well as a team directed strategy. Further research should be of good methodological quality and focusing on patient outcomes and time and costs invested in strategy delivery. This increases scientific knowledge on nursing implementation strategies focusing on leadership.