2014, Article / Letter to editor (Onderwijsinnovatie, vol. 2014, iss. 3, (2014), pp. 17-26)Het borgen van het eindniveau is in het hbo een actueel en interessant vraagstuk. Wanneer opleidingen kunnen aantonen hoe studenten dit eindniveau binnen hun opleiding behalen, geeft dit het hbo-diploma waarde en biedt dit diploma de student een geode start van een mooie loopbaan.
2011, Part of book or chapter of book (, pp. 117-146)De Franse filosoof Alain Badiou creëert in zijn werk een wiskundig universum, waarin verschillende gebeurtenissen, die toch ook weer een sterke samenhang vertonen, in de wereld oproepen tot een trouwverklaring hieraan. Ook al weet je vooraf niet wat deze gebeurtebnissen in de liefde, de politiek, de wetenschap en de kunst met je zullen doen. Die brandende onzelerheid biedt echter ook houvast.
2010, Part of book or chapter of book (, pp. 185-212)In deze bijdrage bespreken we een zelfontwikkelde methodiek , waarin communicatief handelen en communicatieve sensitiviteit in de docentenrol tot uitdrukking komt. De methodiek komt voort uit onze manier van denken over communiceren, handelen en veranderen en de problemen die zich bij de rol van communicatie in ‘verandermanagement’, als wezenlijk thema van elke economische hbo-opleiding, voordoen binnen een onderwijsorganisatie. Daarbij staat de meerwaarde van de relatie tussen docenten, het onderwijs, de student en de beroepspraktijk centraal. Het gaat daarbij om de volgende vraag: Wat is er nodig om een communicatief goede verandermanager te zijn of te worden en op welke wijze kan gyroscopisch zelfmanagement hierin een rol spelen?
2010, Part of book or chapter of book (, pp. 61-84)De ideale docent is een Socrates, een vragensteller, iemand die geen genoegen neemt een gegeven antwoord. Socrates gaat in zijn vragen, beweringen, opmerkingen de dialoog aan met zijn gesprekspartner(s), de studenten die van hem willen leren. Hoe zit dat nu in het hbo? Zijn er nog docenten die zich Socrates ‘voelen’? Die als Socrates te werk gaan en meer begaan zijn met het kritische, zelfreflecterende vermogen van hun studenten dan met “het juiste antwoord”? Laten we met het oog op de mogelijkheden en onmogelijkheden van een socratische aanpak binnen het hbo deze benadering eens wat nauwkeuriger bekijken.
2010, Part of book or chapter of book (, pp. 103-120)Elke docent kent wel een situatie- waarin hij geconfronteerd wordt met verschillende belangen die in sommige situaties leiden tot escalatie. Enkele worden dan op het hoogste niveau beslist. Studenten zijn het oneens met elkaar, met jouw tentamenvragen, met jouw beoordeling van hun werk of ze vinden jouw onderwijs maar niets (“Hier leren we niets van, meneer”). Er zijn ook studenten die willen onderhandelen over hun cijfer, want in hun optiek doet die beoordeling geen recht aan de prestatie die zij in hun optiek hebben geleverd. Daar ga jij dan niet in mee, want jij vindt dat je je keurig aan de regels hebt gehouden en dat het cijfer een afspiegeling is van hetgeen de student ook daadwerkelijk heeft laten zien. Een conflict ligt dan al gauw op de loer, want jij gaat niet mee in hun wens om een onderdeel van het onderwijs af te ronden. Hoe ga je nu met dit soort situaties om en welke middelen staan je ter beschikking om het ontstane conflict op te lossen dan wel hiermee om te gaan? En, dat is een cruciale vraag in dit artikel, welke bijdrage levert de methodiek ‘mediation’ tot een beter inzicht in de communicatieve vaardigheden van de docent die – met behulp van mediation bewuster – leert omgaan met zijn communicatierepertoire?
2010, Part of book or chapter of book (, pp. 121-150)Uitgangspunt van deze bijdrage is het gegeven dat in het hbo de klassen steeds ‘gekleurder’ worden, dat internationale (exchange- en reguliere Engelstalige) groepen de gangen bevolken en dat docenten in het hbo steeds vaker te maken krijgen met ‘communicatief gedrag’ dat op z’n minst afwijkt van hetgeen hij of zij in de omgang met studenten met een ‘typisch’ Nederlandse cultuur gewend is. Het is dus langzaam tijd om voorbij de eigen culturele competenties te kijken en te kijken of niet veeleer ‘interculturele competenties’ verworven zouden moeten worden om de geschetste veranderingen in hbo-land op een verantwoorde manier in de eigen onderwijspraktijk een plaats te kunnen geven.
2009, Part of book or chapter of book (, pp. 79-104)A Chinese colleague of mine said to me the other day: “You’re an old man!” I was really hurt by this remark, because first of all do I not feel old and secondly, there are things that I would definitively not like to hear from a young woman. My colleague on her part probably wondered why my reaction was so reserved; in her view she had just made me a huge compliment. In Chinese tradition, age has a very positive value, while in my European environment it is rather seen as an insult (Seelmann-Holzmann 2004: 7). Research executed among Dutch entrepreneurs in SMEs in five industrial sectors (Braaksma 2005, Vonk 2006), had a sequel in August 2006. In cooperation with the Fachhochschule Gelsenkirchen/Bocholt a similar research was set up on the basis of an equal number of interviews in German kleinere- und mittelständische Unternehmen (KMU) in the same five industrial sectors. The research question for this research was the same as in the Netherlands: ‘What requirements do SME-entrepreneurs set for business school graduates that need to perform internationally?’ (Braaksma 2005).
2009, Part of book or chapter of book (, pp. 45-66)In April 2005, the report titled ‘Internationals for SMEs’ was published (Braaksma 2005). The authors aim to focus on the ‘international’ in Small and Medium-sized Enterprises (SME), by giving an account of the professional profile of the more highly educated for international positions in SMEs. The definition of an ‘international’ is a graduate with an international education from higher professional educational institute who aims for an international position at a Small or Medium sized company. An ‘international’ employed in a small company is a colourful person: a “jack-of-all-trades”.